Toyota Yaris: Ondersteunende systemen
ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling remmen of remmen op een glad wegdek
Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
Vehicle Stability Control (VSC) (indien aanwezig)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkmanoeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
TRC (Traction Control) (indien aanwezig)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het accelereren op gladde wegen
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
Noodstopsignaal Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten automatisch knipperen om het achteropkomende verkeer te waarschuwen.
Als het TRC-/VSC-systeem in werking is
Het controlelampje Traction Control knippert wanneer het TRC-/ VSC-systeem in werking is.
Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het TRC-systeem het aandrijfvermogen van de motor naar de wielen beperken. Door op de schakelaar VSC OFF te drukken om het systeem uit te schakelen, is het makkelijker voor u om de auto vrij te maken door te "schommelen".
Schakel de TRC uit door de schakelaar VSC OFF snel in te drukken en weer los te laten.
Het controlelampje TRC OFF gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om het systeem weer in te schakelen.
■Zowel TRC als VSC uitschakelen Houd de schakelaar VSC OFF meer dan 3 seconden ingedrukt, terwijl de auto stilstaat, om de TRC en VSC uit te schakelen.
De controlelampjes TRC OFF en VSC OFF gaan branden.
Druk nogmaals op de toets om het systeem weer in te schakelen.
Bij auto's met het Pre-Crash Safety-systeem worden ook het Pre-Crash Brake Assist-systeem en het Pre-Crash Brake-systeem uitgeschakeld. Het waarschuwingslampje PCS gaat branden.
■Wanneer het controlelampje TRC OFF zelfs gaat branden als de schakelaar VSC OFF niet is ingedrukt De TRC kan niet worden bediend. Neem contact op met een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Bijgeluiden en trillingen veroorzaakt door het ABS, de Brake Assist, de TRC en de VSC
- Het is mogelijk dat u tijdens het starten van de motor of bij het wegrijden een geluid in de motorruimte hoort wanneer het rempedaal herhaaldelijk wordt ingetrapt. Dit duidt niet op een storing in een van deze systemen.
- De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande systemen in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
- Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
- Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoorbaar zijn.
- Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblokkeersysteem geactiveerd is.
- Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblokkeersysteem geactiveerd is.
■Geluid EPS Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor (zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van de TRC- en VSC-systemen Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitgeschakeld, worden deze automatisch opnieuw ingeschakeld in de volgende situaties:
- Wanneer het contact UIT wordt gezet
- Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC weer
ingeschakeld
zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze niet automatisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
■Gereduceerde bekrachtiging door het EPS-systeem De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om het systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing zwaar aanvoelen.
Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of breng de auto tot stilstand en zet de motor uit. Het EPS-systeem moet binnen 10 minuten weer normaal werken.
■Als het controlelampje Traction Control gaat branden Dit kan duiden op een storing in de systemen. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Voorwaarden voor werking noodstopsignaal Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsignaal:
- De alarmknipperlichten zijn uit.
- De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h.
- Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van de deceleratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
- De alarmknipperlichten worden ingeschakeld.
- Het rempedaal wordt losgelaten.
- Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet om een noodstop gaat.
■Het ABS werkt niet effectief als
- De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld versleten banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
- Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd altijd voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende gevallen:
- Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op besneeuwde wegen
- Als wordt gereden met sneeuwkettingen
- Als wordt gereden op slechte wegen
- Als er gereden wordt over wegen met putdeksels of andere grote oneffenheden
■De TRC werkt mogelijk niet effectief als Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht kunnen op een gladde weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd worden, zelfs niet als het TRC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■Als de VSC is geactiveerd Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het controlelampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien deze systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermogen.
■Vervangen van banden Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle banden de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor meer informatie over het vervangen van de banden of wielen.
■Omgaan met banden en wielophanging Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben een negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing veroorzaken.
Zie ook:
KIA Rio. Op eigen kracht lostrekken van de auto
Verdraai eerst het stuurwiel een aantal
keren naar rechts en naar links om de
voorwielen vrij te maken wanneer de auto
vastzit in ijs, modder of sneeuw en het
nodig is de auto heen en weer te ...
KIA Rio. Voor een optimale werking van de accu
Zorg ervoor dat de accu altijd goed
vastzit.
Houd de bovenzijde van de accu
schoon en droog.
Houd de accupolen en de accupoolklemmen
schoon, zorg ervoor dat ze
goed vastzitten en ...