Skoda Fabia: Routegeleiding
Inleiding
Door het starten van de routegeleiding naar een reisdoel ontstaat een route.
Op de route kunnen nog meer tussenstops worden ingevoegd.
De routegeleiding gebeurt als volgt
Door grafische rijadviezen op het infotainmentbeeldscherm en op het display van het instrumentenpaneel.
Door navigatiemeldingen.
Het infotainment probeert desondanks een routegeleiding mogelijk te maken, ook als de navigatiegegevens onvolledig zijn of er helemaal geen gegevens voor het betreffende gebied zijn.
Telkens wanneer u de rijadviezen negeert of van de route afwijkt, wordt de route opnieuw berekend.
VOORZICHTIG
De gegeven navigatiemeldingen kunnen van de actuele situatie afwijken (bv.
door verouderde navigatiegegevens). |
Reisdoeldetails
afb. 199 Details van het: in de navigatiegegevens / online opgezochte
reisdoel
In de reisdoeldetails afb. 199 worden de volgende menupunten en functies weergegeven.
A Gebied met functietoetsen
B Gedetailleerde reisdoelinformatie
C Reisdoelpositie op de kaart
D Uitgebreide reisdoelinformatie (indien beschikbaar)
E Status van de online-diensten
Weergave van reisdoeldetails
De reisdoeldetails kunnen op een van de volgende manieren worden weergegeven.
Tijdens het invoeren van een reisdoel.
Door aantippen van de functietoets in de reisdoellijst.
Door het indrukken van de toets in het hoofdmenu Navigatie - de details van het laatste reisdoel worden weergegeven.
Functietoetsen
Met behulp van de functietoetsen bij A kunnen contextafhankelijk de volgende functies worden uitgevoerd.
Start/stop van de routegeleiding.
Zoeken naar een reisdoel in de buurt .
Instelling van de routeopties.
Reisdoel opslaan.
Bewerking van het reisdoel (het reisdoel kan worden gewist, hernoemd of als favoriet worden opgeslagen).
Kiezen van het telefoonnummer van het bijzondere reisdoel (als een telefoon met het infotainment is verbonden Koppeling en verbinding).
Routeberekening en start van de routegeleiding
afb. 200
Alternatieve routes
De routeberekening gebeurt op basis van ingestelde routeopties. Deze routeopties kunnen worden ingesteld: → Routeopties.
Alternatieve routes
Bij ingeschakelde keuze van alternatieve routes wordt na de berekening van een nieuwe route het volgende menu getoond afb. 200.
A - Zuinige route met een zo kort mogelijke reistijd en een zo kort mogelijke afstand - de route is groen gemarkeerd
B - Snelste route naar het reisdoel, ook als daarvoor een omweg nodig is - de route is rood gemarkeerd
C - Kortste route naar het reisdoel, ook als daarvoor een langere reistijd nodig is - de route is oranje gemarkeerd
De mogelijkheid bestaat een al berekende alternatieve route te selecteren, voordat de berekening van de overige routes is afgerond.
Door het kiezen van de routesoort wordt de routegeleiding gestart.
Wordt er binnen 30 s na het berekenen van alle routes geen route gekozen, dan wordt de routegeleiding automatisch gestart overeenkomstig de ingestelde routesoort die de voorkeur heeft.
Routeberekening voor rijden met aanhangwagen
Voor het rijden met een aanhangwagen resp. met een ander op het stopcontact voor de aanhangwagen aangesloten accessoire, adviseren wij de aanhangwagenherkenning in te schakelen en zo nodig de maximumsnelheid bij aanhangwagengebruik in te stellen.
- Voor de routeberekening voor het rijden met aanhangwagen in het hoofdmenu Navigatie de functietoets → Routeopties → aantippen.
- Voor het instellen van de maximumsnelheid voor het rijden met aanhangwagen de toets indrukken en vervolgens de functietoets → Bestuurdershulpsysteem → Aanhangwagenherkenning → Maximumsnelheid voor aanhangwagens aantippen.
Demomodus
De Demo-modus is een rijsimulatie naar het ingevoerde reisdoel. De functie biedt de mogelijkheid om de berekende route "als simulatie" te bekijken.
Bij ingeschakelde Demo-modus wordt vóór het starten van de routegeleiding een menu voor de routegeleiding in de Demo-modus of normale functie getoond.
- Voor het in-/uitschakelen in het menu Navigatie de functietoets → Uitgebreide instellingen → Demomodus aantippen.
Bij ingeschakelde Demo-modus kan het routestartpunt worden gedefinieerd.
- In het hoofdmenu Navigatie de functietoets → Uitgebreide instellingen → Startpunt demomodus bepalen aantippen.
- Het startpunt door het invoeren van het adres of via de actuele wagenpositie definiëren.
- Het startpunt van de Demo-modus kan ook worden ingesteld zolang de demomodus ingeschakeld is, door het gewenste kaartpunt aan te tippen en het menupunt Start demomodus te selecteren Reisdoel via het kaartpunt invoeren.
Grafische rijadviezen
afb. 201 Rijadviezen / rijadviesdetail
De weergave van de grafische rijadviezen gebeurt in het extra scherm Manoeuv.
en op het display in het instrumentenpaneel.
In het splitscreen Manoeuv. worden de volgende rijadviezen getoond afb. 201.
A Straatnaam / huisnummer van de actuele wagenpositie
B Rijdadviezen met straatnamen / straatnummers, met de route en de rijtijd tot de manoeuvreplaats
C Detail van het rijadvies (wordt in de buurt van het manoeuvre getoond)
D Rijstrookadvies
Het infotainment maakt in het extra venster Manoeuv. ook melding van via TMC ontvangen verkeersopstoppingen, alsmede op snelwegen op parkeerplaatsen, tankstations of restaurants.
Snelheidsbegrenzingen
Bij ingeschakelde functie → Uitgebreide instellingen→ Aanwijzing: landsgrens gepasseerd worden bij het passeren van de landsgrens de landspecifieke maximumsnelheden getoond.
Deze snelheidsbegrenzingen kunnen door het aantippen van de functietoets → Maximumsnelheid in het hoofdmenu Navigatie worden weergegeven.
Navigatiemeldingen
Het infotainment geeft tijdens de routegeleiding navigatiemeldingen.
De navigatiemeldingen worden door het infotainment gegenereerd. Een perfecte verstaanbaarheid van de melding (bv. straat- of stadnaam) kan niet altijd worden gegarandeerd.
De laatste navigatiemelding kan in het hoofdmenu Navigatie door het aantippen van de functietoets worden herhaald.
Het tijdstip van de navigatiemelding is afhankelijk van het wegtype waarop wordt gereden en de gereden snelheid.
De soort van de navigatiemeldingen kan worden gekozen: → Navigatiemeldingen.
Let op De routegeleiding op de meestgebruikte route vindt plaats zonder navigatiemeldingen. |
Meestgebruikte routes
De meestgebruikte routes worden door het infotainment automatisch opgeslagen.
Hiervan kunnen max. 3 routes worden aangeboden die het beste overeenkomen met de actuele tijd, de dag van de week en de wagenpositie.
Een routegeleiding naar een van de meestgebruikte routes kan worden gestart zolang geen routegeleiding plaatsvindt.
- Voor de weergave van het menu met de meestgebruikte routes, in het extra venster de functietoets Meestgebruikte routes → Op kaart tonen aantippen.
- De gewenste route kiezen.
Er volgt een berekening van de gekozen route en de routegeleiding start.
De menuweergave in het extra venster kan in het hoofdmenu Navigatie door het aantippen van de functietoets → Routeopties → Meestgebruikte routes in-/uitgeschakeld worden.
De opgeslagen meestgebruikte routes kunnen in het hoofdmenu Navigatie door het aantippen van de functietoets → Geheugen beheren → Gebruikersgegevens wissen → Meestgebruikte routes gewist worden.
Let op De routegeleiding op de meestgebruikte route vindt plaats zonder navigatiemeldingen. |
Beëindigen van de routegeleiding
De routegeleiding kan op een van de volgende manieren worden beëindigd.
- Het definitieve reisdoel wordt bereikt.
- In het hoofdmenu Navigatie door het aantippen van de functietoets → Routegeleiding stoppen.
- Door het uitschakelen van het contact gedurende langer dan 120 min.
Afbreken van de routegeleiding
Als het contact uit- en weer ingeschakeld wordt, dan wordt de routegeleiding, afhankelijk van de onderbroken tijd, op een van de volgende manieren voortgezet.
Binnen 15 minuten - de routegeleiding wordt voortgezet rekening houdend met de berekende route.
Van 15 min tot 120 min - na het bevestigen van de melding in het infotainmentbeeldscherm wordt de routegeleiding voortgezet rekening houdend met de berekende route.
Na 120 minuten - de routegeleiding wordt beëindigd.
Zie ook:
Mazda 2. Rijtips
WAARSCHUWINGLaat de auto niet in een richting rijden
die tegenovergesteld is aan de richting
die met de keuzehendel is gekozen:
Laat de auto niet achteruit rijden met
de keuzehendel in een ...
Mazda 2. Bedieningstips voor de CD speler
Condensvorming
Onmiddellijk na het inschakelen van de
verwarming wanneer de auto koud is,
bestaat de kans dat de CD of de optische
onderdelen (prisma en lens) in de CD
speler overdekt raken met e ...