KIA Rio: Emissieregelsysteem
Op het emissieregelsysteem van uw auto is een aangepaste garantieregeling van toepassing. Raadpleeg de garantieinformatie in het boekje Garantie & Onderhoud voor meer informatie.
Uw auto is uitgerust met een emissieregelsysteem om aan alle emissienorm te voldoen.
Er zijn drie emissieregelsystemen, namelijk:
- Carterventilatiesysteem
- Brandstofdampafzuigsysteem
- Emissieregelsysteem
Om de goede werking van de emissieregelsystemen te garanderen, is het aan te raden uw auto door een officiële Kiadealer te laten controleren en onderhouden volgens het onderhoudsschema in dit boekje.
Opmerking bij controle en onderhoud (met ESC)
- Om overslaan van de motor tijdens het testen op een rollenbank te voorkomen, moet het ESC-systeem worden uitgeschakeld door de ESCschakelaar in te drukken.
- Schakel na de rollenbanktest het ESC-systeem weer in door nogmaals op de ESC-schakelaar te drukken.
1. Carterventilatiesysteem
Het carterventilatiesysteem voorkomt dat lekgassen uit het carter in de atmosfeer terechtkomen. Bij dit systeem wordt schone, gefilterde lucht via de luchtinlaatslang naar het carter gevoerd.
In het carter wordt de lucht vermengd met de lekgassen en vervolgens via de PCV-klep naar het luchtinlaatsysteem gevoerd.
2. Brandstofdampafzuigsysteem
Het brandstofdampafzuigsysteem is ontworpen om te voorkomen dat brandstofdampen in de atmosfeer terechtkomen.
Reservoir
De brandstofdampen die vrijkomen in de brandstoftank worden geabsorbeerd en opgeslagen in een reservoir. Als de motor draait worden de opgeslagen brandstofdampen via de magneetklep dampafvoer naar het inlaatsysteem gevoerd.
Magneetklep dampafvoer (PCSV - Purge Control Solenoid Valve)
De magneetklep dampafvoer wordt aangestuurd door de motor-ECU; als de koelvloeistoftemperatuur laag is bij stationair draaien, is de PCSV gesloten en wordt de verdampte brandstof niet naar de motor toegevoerd. Als de motor op bedrijfstemperatuur is, wordt tijdens normaal rijden de verdampte brandstof via de geopende PCSV naar de motor gevoerd.
3. Emissieregelsysteem
Het emissieregelsysteem is een uiterst effectief systeem dat de uitstoot van schadelijke stoffen tot een minimum beperkt zonder dat dit ten koste gaat van de prestaties.
Aanpassingen aan de auto
Er mogen geen aanpassingen aan deze auto worden gedaan. Door aanpassingen kunnen de prestaties, de veiligheid of de levensduur van uw auto beïnvloed worden. Aanpassingen kunnen zelfs in strijd zijn met overheidsbepalingen en milieuvoorschriften.
Daarnaast kunnen schade of problemen met de prestaties als gevolg van aanpassingen mogelijk niet onder de garantie vallen.
- Als u niet-toegestane elektronische apparaten gebruikt, kan de auto zich abnormaal gedragen, kan schade aan de bedrading ontstaan, raakt de accu mogelijk ontladen of is er kans op brand. Gebruik voor uw eigen veiligheid geen niet-toegestane elektronische apparaten.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot uitlaatgassen (koolmonoxide)
- Koolmonoxide kan samen met andere
uitlaatgassen aanwezig zijn. Laat het
uitlaatsysteem van uw auto direct
controleren en indien nodig repareren
indien u in het interieur uitlaatgas ruikt.
Rijd niet met de auto als u in het interieur uitlaatgassen ruikt, maar als het niet anders kan, rijd dan met alle ruiten volledig geopend. Laat uw auto onmiddellijk controleren en repareren.
WAARSCHUWING
- Uitlaatgas
Uitlaatgassen bevatten onder
andere het reukloze en kleurloze
gas koolmonoxide (CO) dat bij
inademing dodelijk kan zijn.
Hoewel het kleurloos en reukloos is, is het gevaarlijk en kan het bij inademing dodelijk zijn. Neem de volgende aanwijzingen in acht ter voorkoming van koolmonoxidevergiftiging. |
- Laat de motor in een afgesloten ruimte (bijvoorbeeld een garage) niet langer draaien dan nodig is om de auto naar binnen of naar buiten te rijden.
- Stel het ventilatiesysteem zo af dat er verse buitenlucht naar het interieur gevoerd wordt als de auto in een open ruimte stilstaat terwijl de motor wat langer moet blijven draaien.
- Blijf nooit met draaiende motor gedurende langere tijd in een stilstaande auto zitten.
- Als de motor afslaat of niet wil aanslaan en er teveel startpogingen ondernomen worden, kan het emissieregelsysteem beschadigd raken.
Voorzorgsmaatregelen katalysator (indien van toepassing)
WAARSCHUWING - Brand
|
Uw auto is uitgerust met een katalysator ten behoeve van de emissieregeling.
Daarom moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen:
- Tank alleen de brandstof die in hoofdstuk 1 vermeld is onder “Vereiste brandstof”.
- Gebruik de auto niet als de motor duidelijk storingen vertoont, zoals overslaan of vermogensverlies.
- Doe geen dingen die slecht zijn voor de motor. Voorbeelden hiervan zijn: de auto in de versnelling laten uitrollen terwijl het contact in stand LOCK staat en een helling af rijden met het contact in stand LOCK.
- Laat de motor niet langdurig (5 minuten of langer) met een hoog stationair toerental draaien.
- Voer zelf geen aanpassingen of wijzigingen uit aan de motor of het emissieregelsysteem. We raden u aan alle controles en afstellingen door een erkende Kia-dealer te laten uitvoeren.
- Voorkom rijden met een extreem laag brandstofniveau. Het leegrijden van de tank kan leiden tot overslaan van de motor en overbelasting van de katalysator.
Wanneer bovenstaande voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen, kan schade aan de katalysator en aan uw auto ontstaan.
Bovendien kan hierdoor de garantie vervallen.
Roetfilter (indien van toepassing)
Het roetfiltersysteem (DPF) verwijdert roet uit de uitlaatgassen.
In tegenstelling tot een verwisselbaar luchtfilter verbrandt (oxideert) en verwijdert het roetfiltersysteem het roet uit de uitlaatgassen. Dat betekent dat de roet door de door het motorregelsysteem gestuurde actieve verbranding en de hoge temperatuur van de uitlaatgassen bij normaal/snel rijden verbrand en verwijderd wordt.
Als de auto echter gedurende langere tijd herhaaldelijk korte afstanden of met lage snelheid rijdt, is het mogelijk dat het roet niet automatisch verwijderd wordt, omdat de temperatuur van de uitlaatgassen laag is. Als de hoeveelheid roet boven een bepaalde waarde komt, gaat het controlelampje motormanagement ( ) branden.
Wanneer het controlelampje motormanagement knippert, kan dit ophouden te knipperen door met meer dan 60 km/h of gedurende een bepaalde tijd (ongeveer 25 minuten) in een hogere dan de tweede versnelling met een motortoerental tussen 1.500 en 2.500 omw/min te rijden.
We raden u aan het roetfiltersysteem door een officiële Kia-dealer te laten controleren als ondanks de procedure het controlelampje motormanagement ( ) blijft knipperen of de melding "Check exhaust system" (controleer uitlaatsysteem) gaat branden.
Als u blijft doorrijden terwijl het controlelampje motormanagement knippert, kan het roetfiltersysteem beschadigen en de motor meer brandstof gaan gebruiken.
OPMERKING
- Diesel (indien van
toepassing met DPF)
Het is raadzaam de aanbevolen
diesel voor dieselauto's uitgerust
met een DPF-systeem te gebruiken.
Het gebruik van diesel met een hoog zwavelgehalte (meer dan 50 ppm zwavel) en nietgespecificeerde toevoegingen kan ertoe leiden dat het DPF-systeem beschadigd raakt en er witte rook wordt uitgestoten. |
Lean NOx Trap
Het Lean NOx Trap-systeem (LNT) verwijdert stikstofoxide uit de uitlaatgassen. Afhankelijk van de brandstofkwaliteit kunnen de uitlaatgassen gaan stinken en kunnen de prestaties op het gebied van NOxreductie afnemen. Gebruik daarom de aanbevolen diesel voor dieselauto's.
Zie ook:
Toyota Yaris. Lampen vervangen
■ Halogeenkoplampen
Type reflector
1. Neem de stekker los.
2. Verwijder de rubber kap.
3. Neem de klemveer los.
4. Verwijder de lamp.
Breng bij het plaatsen van een
nieuw la ...
Toyota Yaris. Gebruik van de hoofdsleutel (auto's zonder Smart Entry-systeem
en startknop)
Druk op de knop om de sleutel te
openen.
Druk, om de sleutel op te bergen,
op de knop en klap de sleutel in.
Gebruik van de mechanische sleutel (auto's met Smart entrysysteem
en startknop)
...