Toyota Yaris: Sensor voor
De sensor voor bevindt zich aan de bovenzijde van de voorruit. Hij bestaat uit 2 soorten sensoren, die beide informatie signaleren die nodig is voor de werking van de ondersteunende systemen.
- Lasersensoren
- Monoculaire camerasensor
■Sensor voor De sensor voor maakt gebruik van lasers om voertuigen voor uw auto te signaleren. De sensor voor is een klasse 1M laserproduct volgens de standaard IEC 60825-1. Onder normale gebruiksomstandigheden zijn deze lasers niet schadelijk voor het blote oog. Neem echter wel de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen kan resulteren in het verlies van gezichtsvermogen of zware beschadiging van het gezichtsveld.
- Probeer de sensor voor nooit te demonteren (bijvoorbeeld de lenzen
te
verwijderen), om blootstelling aan schadelijke laserstralen te
voorkomen.
Bij demontage is de sensor voor een klasse 3B laserproduct volgens de standaard IEC 60825-1. Klasse 3B lasers zijn schadelijk en vormen bij directe blootstelling een gevaar voor oogletsel.
- Probeer niet in de sensor voor te kijken met een vergrootglas,
microscoop
of ander optisch instrument op een afstand van minder dan 100 mm.
Laserclassificatielabel
Label met uitleg over laser
Laseremissiegegevens
Maximaal gemiddeld vermogen: 45 mW
Pulsduur: 33 ns
Golflengte: 905 nm
Divergentie (horizontaal × verticaal): 28º × 12º
■Storingen in de sensor voor voorkomen Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de sensor voor mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
- Houd de voorruit te allen tijde schoon. Reinig de voorruit als deze vuil is of als er een dun olielaagje, waterdruppels, sneeuw, enz. op zit(ten). Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de binnenzijde van de voorruit vóór de sensor voor vuil is.
- Bevestig geen voorwerpen, zoals (doorzichtige)
stickers e.d. op de buitenzijde
van de voorruit vóór de sensor voor (het
grijze gebied in de afbeelding).
A: Vanaf de bovenzijde van de voorruit tot ongeveer 10 cm onder de onderzijde van de sensor voor
B: Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm rechts en links van het midden van de sensor voor) - Plaats of bevestig niets op de binnenzijde
van de voorruit onder de sensor
voor (het grijze gebied in de afbeelding).
A: Ongeveer 10 cm (vanaf de onderzijde van de sensor voor)
B: Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm rechts en links van het midden van de sensor voor) - Als er een groot verschil bestaat tussen de temperatuur in de auto en de buitentemperatuur, bijvoorbeeld in de winter, is de kans groot dat de voorruit beslaat. Als de voorruit vóór de sensor voor is beslagen of wanneer er condens of ijs op de voorruit zit, gaat het waarschuwingslampje PCS mogelijk branden en wordt het systeem mogelijk tijdelijk uitgeschakeld. Gebruik in zo'n geval de voorruitverwarming om de voorruit te ontwasemen, enz.
- Als er waterdruppels op de voorruit vóór de sensor voor zitten,
gebruik dan
de ruitenwissers voor om deze te verwijderen.
Als de waterdruppels niet goed worden verwijderd, neemt de werking van de sensor voor mogelijk af.
- Vervang het ruitenwisserrubber of het ruitenwisserblad als
waterdruppels
niet goed kunnen worden verwijderd van het gedeelte van de voorruit vóór
de sensor voor met de ruitenwissers voor.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige indien de ruitenwisserrubbers of ruitenwisserbladen moeten worden vervangen.
- Plak geen ruitfolie op de voorruit.
- Vervang de voorruit als deze beschadigd is of als er een barst in
zit.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige indien de voorruit moet worden vervangen.
- Plaats geen antenne vóór de sensor voor.
- Zorg ervoor dat de sensor voor niet nat wordt.
- Voorkom dat er fel licht op de sensor voor schijnt.
- Zorg ervoor dat de sensor voor niet vuil wordt of beschadigd raakt.
Zorg er bij het reinigen van de binnenzijde van de voorruit voor dat er geen glasreiniger op de lens terechtkomt. Raak de lens ook niet aan.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige indien de lens vuil of beschadigd is.
- Stel de sensor voor niet bloot aan sterke schokken.
- Wijzig de montagepositie of -richting van de sensor voor niet en verwijder de sensor niet.
- Haal de sensor voor niet uit elkaar.
- Plaats geen elektronische apparaten of apparaten die sterke elektrische golfsignalen versturen in de buurt van de sensor voor.
- Wijzig geen onderdelen van de auto rond de sensor voor (binnenspiegel, zonnekleppen, enz.) of het dak.
- Bevestig geen accessoires die de sensor voor mogelijk hinderen op de motorkap, de grille of de voorbumper. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
- Zorg er als een surfplank of een ander lang voorwerp op het dak moet worden geplaatst voor dat deze de sensor voor niet hindert.
- Breng geen wijzigingen aan de koplampen of andere lichten aan.
- Monteer of plaats geen onderdelen op het dashboard.
■Montageplaats van de sensor voor op de voorruit Als de voorruit snel beslagen raakt, is het glas rondom de sensor voor mogelijk warm doordat de verwarming in werking is. Als u het glas aanraakt, kunt u brandwonden oplopen.
Zie ook:
Mazda 2. Transporthaak - Achter
De haak onder de achterbumper aan de
rechterzijde is voor het vastzetten van
de auto tijdens transport. Deze kan niet
worden gebruikt voor het slepen van
andere voertuigen.
Deze kan enkel als s ...
KIA Rio. Voorwaarden voor de werking van het
ISG-systeem
Het ISG-systeem schakelt onder de
volgende omstandigheden in:
De bestuurder heeft de veiligheidsgordel
vastgemaakt.
Het bestuurdersportier en de motorkap
zijn gesloten.
De remdruk is t ...