Toyota Yaris: Rijtips
Rijden in de winter
Voorbereiding voor de winter
- Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandigheden.
- Motorolie
- Koelvloeistof
- Ruitensproeiervloeistof
- Laat de toestand van de accu controleren door een monteur.
- Laat winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen aan.
Zorg ervoor dat alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en een niet veel van elkaar verschillend slijtagepatroon hebben. Zorg er ook voor dat de sneeuwkettingen bij het formaat van de banden passen.
Voordat u met de auto gaat rijden
Voer, afhankelijk van de omstandigheden, de volgende handelingen uit:
- Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de ruitenwissers niet aan als deze vastgevroren zijn. Giet warm water over het bevroren gedeelte om het ijs te laten smelten. Veeg het water direct weg om te voorkomen dat het bevriest.
- Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor de voorruit om zeker te kunnen zijn van een juiste werking van de aanjager van het airconditioningsysteem.
- Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de verlichting aan de buitenzijde, op het dak, op het chassis, rond de banden of op de remmen, en verwijder deze indien dat het geval is.
- Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen voordat u in de auto stapt.
Tijdens het rijden
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd een veilige afstand tussen u en uw voorligger en pas de snelheid aan aan de conditie van de weg.
Bij het parkeren
- Parkeer de auto en zet de selectiehendel in stand P (Multidrive
CVT), de eerste versnelling of R (handgeschakelde transmissie),
maar activeer de parkeerrem niet. De parkeerrem kan vastvriezen
en bij het deactiveren niet vrij komen. Blokkeer bij het parkeren van
de auto de wielen zonder de parkeerrem te gebruiken.
Het niet in acht nemen hiervan kan gevaarlijk zijn omdat de auto onverwacht in beweging kan komen, hetgeen kan leiden tot een ongeval.
- Controleer, bij auto's met Multidrive CVT, als de auto geparkeerd is
zonder de parkeerrem te activeren of de selectiehendel niet uit
stand P kan worden gezet.
De selectiehendel wordt geblokkeerd als wordt geprobeerd deze vanuit stand P in een andere stand te zetten zonder het rempedaal in te trappen. Als de selectiehendel niet uit stand P kan worden gezet, kan er een probleem aanwezig zijn in het schakelblokkeersysteem.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Kiezen van sneeuwkettingen
Gebruik de juiste maat sneeuwkettingen.
De maat van de sneeuwkettingen is afgestemd op de bandenmaat.
- Zijketting
Behalve 175/65R14 banden:
diameter 3 mm
175/65R14 banden:
diameter 4 mm - Dwarsketting
Behalve 175/65R14 banden:
diameter 4 mm
175/65R14 banden:
diameter 5 mm
Wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen
De wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen verschilt per land en per soort weg. Stel u op de hoogte van lokale voorschriften alvorens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het monteren en verwijderen van sneeuwkettingen:
- Monteer en verwijder de sneeuwkettingen op een veilige locatie.
- Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op de voorwielen. Gebruik geen sneeuwkettingen om de achterwielen.
- Plaats de sneeuwkettingen zo strak mogelijk om de voorwielen. Zet de sneeuwkettingen na 0,5 - 1,0 km opnieuw vast.
- Monteer de sneeuwkettingen volgens de meegeleverde gebruiksaanwijzing.
- Verwijder de eventueel aanwezige wieldoppen voordat u de sneeuwkettingen monteert, om beschadigingen te voorkomen.
■Rijden met winterbanden Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
- Gebruik winterbanden met de voorgeschreven maat.
- Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.
- Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de snelheidslimiet die geldt voor de gebruikte winterbanden.
- Monteer winterbanden op alle wielen.
- Gebruik geen banden met verschillende slijtagepatronen.
■Rijden met sneeuwkettingen Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig letsel het gevolg zijn.
- Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte sneeuwkettingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van welke snelheid de laagste is.
- Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
- Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
- Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat u zeker weet dat de auto bestuurbaar blijft.
- Gebruik de LDA (Lane Departure Alert) (indien aanwezig) niet.
Zie ook:
KIA Rio. Ontwaseming
OPMERKING
Gebruik om beschadiging van de
verwarmingsdraden te voorkomen
nooit scherpe voorwerpen of
reinigingsmiddelen met schurende
bestanddelen om de achterruit te
rei ...
Mazda 2. Vergrendelen, ontgrendelen met de sleutel
Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel worden automatisch
vergrendeld wanneer het
bestuurdersportier met behulp van de
hulpsleutel vergrendeld wordt. Deze
worden alle ontgrendeld wannee ...