Toyota Yaris: Lampen vervangen
■ Halogeenkoplampen
Type reflector
1. Neem de stekker los.
2. Verwijder de rubber kap.
3. Neem de klemveer los.
4. Verwijder de lamp.
Breng bij het plaatsen van een nieuw lampje de nokken hiervan in lijn met de uitsparingen in de reflector.
5. Plaats de nieuwe lamp.
Breng de 3 nokken op de lamp in lijn met de bevestiging en steek de lamp erin.
6. Plaats de klemveer.
7. Plaats de rubber kap.
Controleer of de rubber kap goed op zijn plaats zit.
- Druk de buitenste rand van de rubber kap stevig op zijn plaats.
- Plaats de rubber kap rond de lamp, zodat de plug van de lamp zichtbaar wordt.
8. Sluit de stekker aan.
Type projector
1. Draai de lamphouder linksom.
2. Druk op de borging van de stekker en verwijder de lamp uit de lampvoet.
3. Vervang de lamp en plaats de lamphouder.
Breng de 3 nokken op de lamp in lijn met de bevestiging en steek de lamp erin.
4. Draai de lamphouder en zet hem vast.
Beweeg de lamphouder voorzichtig om te controleren of hij niet loszit en zet de koplampen aan om visueel te controleren of er geen licht langs de bevestiging af schijnt.
■ Mistlampen voor (indien aanwezig)
1. Draai het stuurwiel in de tegenovergestelde richting van de lamp die u wilt vervangen.
Draai het stuurwiel zo dat uw hand gemakkelijk tussen de band en de wielkuip past.
2. Verwijder het schroefje.
3. Verwijder de wielkuip gedeeltelijk, zodat de lamp zichtbaar is.
4. Neem de stekker los, terwijl de borglip wordt ingedrukt.
5. Draai de lamphouder linksom.
6. Plaats de nieuwe lamp.
Breng de 3 nokken op de lamp in lijn met de bevestiging en steek de lamp erin.
7. Draai de lamp en zet hem vast.
8. Sluit de stekker aan.
Beweeg de lamphouder voorzichtig om te controleren of hij niet loszit en zet de mistlampen voor aan om visueel te controleren of er geen licht langs de bevestiging schijnt.
9. Plaats de wielkuip.
Maak het uiteinde van de wielkuip vast aan de binnenzijde van de voorbumper.
10. Plaats de schroef.
■ Parkeerlichten voor/dagrijverlichting (type lamp)
1. Draai de lamphouder linksom.
Type A
Type B
2. Verwijder de lamp.
Type A
Type B
3. Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volgorde.
■ Richtingaanwijzers voor
1. Draai de lamphouder linksom.
Type A
Type B
2. Verwijder de gloeilamp.
Type A
Type B
3. Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volgorde.
■ Richtingaanwijzers opzij
1. Druk de spiegel in.
2. Verwijder de spiegel.
Omwikkel de schroevendraaier met tape om te voorkomen dat de auto wordt beschadigd.
3. Verwijder de lampvoet.
4. Verwijder de lamp.
5. Zet na het plaatsen van de nieuwe lamp de lamphouder vast in het spiegelhuis.
6. Lijn de lippen uit en bevestig het spiegelglas door de lippen in diagonale paren naar binnen te drukken.
Zorg ervoor dat u de lippen in de volgorde zoals in de afbeelding is aangegeven plaatst en druk ze naar binnen totdat u een klikgeluid hoort.
Hoort u geen klikgeluid, forceer de lippen dan niet verder. Verwijder het spiegelglas en controleer of de lippen goed zijn uitgelijnd.
■ Rem-/achterlichten (type lamp) en richtingaanwijzers achter
1. Open de achterklep en verwijder het deksel.
Omwikkel de schroevendraaier met tape om te voorkomen dat de auto wordt beschadigd.
2. Draai de lamphouder linksom.
- Rem-/achterlicht
- Richtingaanwijzer achter
3. Verwijder de lamp.
- Rem-/achterlicht
- Richtingaanwijzer achter
4. Plaats de nieuwe lamp.
- Rem-/achterlicht
- Richtingaanwijzer achter
5. Draai de lamphouder en zet hem vast.
- Rem-/achterlicht
- Richtingaanwijzer achter
6. Plaats het deksel.
- Breng de klauwen van het deksel in lijn met de inkepingen.
- Druk het deksel vast.
■ Kentekenplaatverlichting
1. Verwijder het deksel.
Steek een schroevendraaier van het juiste formaat in de opening in de afdekplaat en verwijder de afdekplaat zoals aangegeven in de afbeelding.
Omwikkel de schroevendraaier met tape om te voorkomen dat de auto wordt beschadigd.
2. Verwijder de lamp.
3. Plaats de nieuwe lamp.
4. Plaats het deksel.
Steek een schroevendraaier van het juiste formaat in een van de openingen, druk op de schroevendraaier tot u een klik hoort. Herhaal dit voor de andere opening.
5. Zorg ervoor dat het afdekkapje goed gesloten is door op het volledige kapje te drukken.
■ Achteruitrijlicht/mistachterlicht
1. Verwijder de clip en verwijder het kapje gedeeltelijk.
Trek aan het middelste gedeelte van de clip en verwijder de vergrendeling.
2. Draai de lamphouder linksom.
3. Verwijder de lamp.
4. Plaats na het plaatsen van de nieuwe lamp de clip.
Plaats de clip door deze naar binnen te steken en op het midden van de clip te drukken
■ Vervangen van de volgende lampen Laat de onderstaande lampen vervangen door een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
- Parkeerlichten voor en dagrijverlichting (LED)
- Rem-/achterlichten (LED)
- Derde remlicht
■LED-lampen De parkeerlichten voor en de dagrijverlichting (LED), de rem-/achterlichten (LED) en het derde remlicht bestaan uit een aantal LED's. Laat een defecte LED vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als er een of meer LED's van een remlicht zijn doorgebrand, voldoet uw auto misschien niet meer aan de wettelijke voorschriften (ECE).
■Condensvorming in de koplampen Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde van het koplampglas is normaal.
Neem in de volgende gevallen contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor meer informatie:
- Als er erg veel condens aan de binnenzijde van het koplampglas zit.
- Als de binnenzijde van de koplamp nat is en blijft.
■Bij het vervangen van lampen
■Lampen vervangen
- Schakel de verlichting uit. Wacht na het uitschakelen van de
verlichting tot
de lampen zijn afgekoeld.
De lampen kunnen erg heet worden en brandwonden veroorzaken.
- Raak het glas van de lamp niet aan met blote handen. Als u het glas
van
de lamp toch moet vastpakken, gebruik daarvoor dan een schone droge
doek, om te voorkomen dat er vocht of olie op de lamp komt.
Als de lamp een kras heeft of is gevallen, kan deze defect raken of breken.
- Zorg ervoor dat de lamp en de borgclips goed vastzitten. Anders kan de lamp door oververhitting beschadigd raken, kan brand ontstaan of kan water binnendringen in de koplampunit. Hierdoor kunnen de koplampen beschadigd raken en kan condensvorming in de koplamp optreden.
■Voorkomen van schade en brand
- Controleer of de lampen en borgclips goed vastzitten.
- Controleer het vermogen van de lamp voordat deze wordt geplaatst om beschadiging door hitte te voorkomen.
Zie ook:
Mazda 2. Hindernisdetectieaanduiding
De positie van een sensor die een hindernis heeft bespeurd wordt aangeduid.
De meter gaat
op verschillende punten branden, afhankelijk van de afstand naar de hindernis
die door de
sensor bespeur ...
KIA Rio. Controleren bandenspanning
Controleer de bandenspanning
minstens eenmaal per maand.
Controleer ook de spanning van het
reservewiel.
Controle
Gebruik een goed kwaliteit meter om
de bandenspanning te meten. Het is
onmo ...