Toyota Yaris: Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor diverse zitposities (met ISOfix-bevestigingssysteem)
In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre een baby- of kinderzitje in verschillende zitposities kan worden geplaatst.
(1) Voor zitjes zonder ISO/XX grootteklasse-indeling (A - G) voor de gewichtsgroep moet de fabrikant van de auto de voertuigspecifieke ISOfix-baby- of kinderzitje(s) voor elke positie aangeven.
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
IUF: Geschikt voor een universeel, in de rijrichting geplaatst ISOfix
baby- of kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsgroep.
IL: Geschikt voor een ISOfix-baby- of kinderzitje uit de categorie
"specifiek", "beperkt" of "semi-universeel" dat is goedgekeurd
voor gebruik in dit type auto.
X: ISOfix-positie niet geschikt voor ISOfix-baby- of kinderzitjes in
deze gewichtsgroep en/of grootteklasse.
*1: Als het kinderzitje achter een voorstoel met hoogteverstelling is
geplaatst en de voorstoel onder de middelste hoogte wordt ingesteld,
zet dan de hoofdsteun van de voorstoel in de hoogste
stand.
*2: Verwijder de hoofdsteun wanneer u een baby- of kinderzitje op
deze positie gebruikt.
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten de EU. Andere dan de in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes kunnen eveneens worden gebruikt als zorgvuldig is gecontroleerd of ze geschikt zijn voor gebruik in uw auto. Raadpleeg hiervoor de fabrikant of de leverancier van het baby- of kinderzitje.
■Als er een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst
Als u een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel moet gebruiken, moet u deze stoel als volgt instellen:
- Zet de rugleuning zo veel mogelijk rechtop
- Zet de stoel in de achterste stand
- Zet de zitting in de hoogste stand (indien aanwezig)
■Kiezen van een geschikt baby- of kinderzitje
- Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
- Als het kind te groot is voor een zitje, laat het dan plaatsnemen op de achterstoel en gebruik de veiligheidsgordel in de auto.
■Gebruik van een baby- of kinderzitje Het gebruik van een baby- of kinderzitje dat niet geschikt is voor deze auto vormt geen goede bescherming voor het kind. Het kind kan dan (bij plotseling remmen of bij een ongeval) ernstig letsel oplopen.
■Voorzorgsmaatregelen bij baby- en kinderzitjes
- De meest effectieve bescherming van een kind tijdens een ongeval of bij hard remmen, is het gebruik van een baby- of kinderzitje dat is afgestemd op de leeftijd en grootte van het kind. Het vasthouden van een kind in de armen is geen vervanging voor een baby- of kinderzitje. Bij een ongeval kan een kind dan de voorruit raken of klem komen te zitten tussen u en het dashboard.
- Toyota adviseert met klem gebruik te maken van een geschikt zitje dat past bij de lengte van het kind en dat op de achterstoel geplaatst is. In ongevallenstatistieken is aangetoond dat kinderen minder verwondingen oplopen als zij op de achterstoelen op de juiste wijze vastzitten dan als zij op de voorstoel zitten.
■Voorzorgsmaatregelen bij baby- en kinderzitjes
- Gebruik nooit een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel als de aan/uit-schakelaar voor de airbag in stand ON staat. Bij een ongeval kan het kind ernstig letsel oplopen door de kracht waarmee de voorpassagiersairbag wordt geactiveerd.
- Plaats een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje alleen op de voorpassagiersstoel als het niet anders kan. Plaats nooit een baby- of kinderzitje dat aan de bovenzijde vastgemaakt moet worden, op de voorpassagiersstoel, aangezien deze stoel niet van bovenste bevestigingspunten is voorzien. Zet de rugleuning zo ver mogelijk rechtop en de stoel zo ver mogelijk naar achteren, omdat de voorpassagiersairbag met aanzienlijke snelheid en kracht wordt geactiveerd. Hierdoor kan ernstig letsel ontstaan.
- Auto's zonder curtain airbags: Laat een kind zijn of haar hoofd of enig ander deel van het lichaam niet tegen het portier of het deel van de stoel leunen ter plaatse van de positie van de side airbags, ook niet als het in een baby- of kinderzitje zit. Anders kan het kind ernstig letsel oplopen als bij een aanrijding de side airbags worden opgeblazen.
- Auto's met curtain airbags: Laat een kind zijn of haar hoofd of enig ander deel van het lichaam niet tegen het portier of het deel van de stoel, de voor- en achterstijl of de dakstijl leunen ter plaatse van de positie van de side airbags of de curtain airbags, ook niet als het in een baby- of kinderzitje zit. Anders kan het kind ernstig letsel oplopen als bij een aanrijding de side airbags of de curtain airbags worden geactiveerd.
- Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing van de fabrikant en controleer na het plaatsen van het zitje of het stevig is bevestigd. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind bij hard remmen of uitwijken of bij een aanrijding ernstig letsel oplopen.
■Als er kinderen in de auto aanwezig zijn Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgordel om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de gordel dan door met een schaar.
■Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is
- Laat het zitje goed vastzitten op de stoel, zelfs als het niet wordt
gebruikt.
Plaats het baby- of kinderzitje niet los in het passagierscompartiment.
- Als het zitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of berg het veilig op in de bagageruimte. Dit voorkomt dat inzittenden hierdoor bij hard remmen of uitwijken of bij een ongeval letsel oplopen.
■Als er kinderen in de auto aanwezig zijn Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgordel om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de gordel dan door met een schaar.
■Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is
- Laat het zitje goed vastzitten op de stoel, zelfs als het niet wordt
gebruikt.
Plaats het baby- of kinderzitje niet los in het passagierscompartiment.
- Als het zitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of berg het veilig op in de bagageruimte. Dit voorkomt dat inzittenden hierdoor bij hard remmen of uitwijken of bij een ongeval letsel oplopen.
Zie ook:
Renault Clio. Hoofdsteun achter
Gebruiksstand
Zet de hoofdsteun geheel omhoog om hem
in de hoogste stand te gebruiken. Controleer
de vergrendeling.
Opbergstand
Druk op de knop A in en laat de hoofdsteun
helemaal zakken.
...
Mazda 2. Sleutel uit auto verwijderd
waarschuwingszoemtoon
Voertuigen met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
Als de sleutel uit het voertuig wordt
verwijderd terwijl het contact niet op OFF
is gezet en alle portieren gesloten zijn, ...