Toyota Yaris: Draaiknop koplampverstelling
De koplamphoogte kan worden afgestemd op het aantal passagiers in de auto en de mate van belading.
Auto's met linkse besturing
- Verhogen van de koplamphoogte
- Verlagen van de koplamphoogte
Auto's met rechtse besturing
- Verhogen van de koplamphoogte
- Verlagen van de koplamphoogte
■ Aanwijzing voor instellen van de koplamphoogte
Voertuigcategorie M1*
Beladingstoestand | Stand bedieningsschakelaar |
Bestuurder alleen | 0 |
Bestuurder en voorpassagier | 0 |
Bestuurder, voorpassagier en achterpassagier | 1,5 |
Maximaal aantal passagiers | 1,5 |
Maximaal aantal passagiers en maximale belading in bagageruimte | 2,5 |
Bestuurder en maximale belading in de bagageruimte | 4 |
Voertuigcategorie N1*
Beladingstoestand | Stand bedieningsschakelaar |
Bestuurder alleen |
0 |
Bestuurder en maximale belading in de bagageruimte |
4 |
*: Vraag de categorie van de auto na bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/ reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Dagrijverlichting Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers, wordt de dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart en de parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar uit of in de stand AUTO. (Brandt helderder dan de parkeerlichten voor.) Dagrijverlichting is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling (indien aanwezig)
De werking van de sensor kan in negatieve zin beïnvloed worden als er iets over de sensor heen geplaatst wordt of als er iets op de ruit wordt aangebracht waardoor de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste manier de hoeveelheid omgevingslicht signaleren, waardoor het automatische koplampsysteem mogelijk onjuist functioneert.
■Automatisch uitschakelsysteem verlichting (indien aanwezig)
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
- Als de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen en mistlampen voor worden automatisch uitgeschakeld als het contact UIT wordt gezet.
- Wanneer de lichtschakelaar in de stand staat: De koplampen en alle andere lichten worden automatisch uitgeschakeld wanneer het contact UIT wordt gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen het contact AAN of zet de lichtschakelaar eenmaal in de stand UIT en daarna weer in stand of.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
- Als de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen en mistlampen voor worden automatisch uitgeschakeld als het contact UIT wordt gezet.
- Als de lichtschakelaar in de stand staat: De koplampen en alle andere lichten worden automatisch uitgeschakeld als het contact UIT wordt gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen het contact AAN of zet de lichtschakelaar een keer in stand UIT en daarna weer in stand of .
■Automatic High Beam-systeem (indien aanwezig)
■Zoemer verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop Er klinkt een zoemer wanneer de sleutel uit het contactslot is genomen en het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de verlichting is ingeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop Er klinkt een zoemer als het contact UIT wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de verlichting is ingeschakeld.
■Energiebesparende functie Onder de volgende omstandigheden gaan de koplampen en overige verlichting na 20 minuten automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt:
- De koplampen en/of achterlichten branden.
- De lichtschakelaar staat in stand of .
- Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Het contact wordt UIT gezet.
- Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Het contact wordt UIT gezet.
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschakeld:
- Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Als het contact AAN wordt gezet.
- Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Als het contact AAN wordt gezet.
- Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend.
- Wanneer een portier wordt geopend of gesloten.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
■Voorkomen van ontlading van de accu Laat de verlichting niet langer branden dan noodzakelijk is als de motor niet draait.
Zie ook:
Mazda 2. Reservewiel
Uw Mazda is uitgerust met een
noodreservewiel.
Het noodreservewiel is lichter en
kleiner dan een conventionele band
en is uitsluitend bedoeld voor gebruik
in noodgevallen en dient uitsluitend
...
Mazda 2. Annuleren van de werking van de
dodehoekmonitor (BSM)
De systemen van dodehoekmonitor
(BSM) en achteruitrijwaarschuwing
(RCTA) worden uitgeschakeld en
het dodehoekmonitor (BSM) OFF
indicatielampje in de instrumentengroep
gaat branden.
Voertuigen me ...