Toyota Yaris: Als de voertuigaccu leeg is
U kunt ook contact opnemen met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
- Open de motorkap.
- Sluit de startkabels als volgt aan:
1KR-FE motor
- Sluit de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van uw auto.
- Sluit de andere zijde van de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van de tweede auto.
- Sluit de negatieve startkabel aan op de negatieve accupool (-) van de tweede auto.
- Sluit de andere zijde van de negatieve startkabel aan op de auto met de ontladen accu op een stevig, stilstaand, niet gelakt metalen punt uit de buurt van de accu en bewegende delen, zoals aangegeven in de afbeelding.
1NR-FE motor
- Sluit de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van uw auto.
- Sluit de andere zijde van de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van de tweede auto.
- Sluit de negatieve startkabel aan op de negatieve accupool (-) van de tweede auto.
- Sluit de andere zijde van de negatieve startkabel aan op de auto met de ontladen accu op een stevig, stilstaand, niet gelakt metalen punt uit de buurt van de accu en bewegende delen, zoals aangegeven in de afbeelding.
1ND-TV motor
- Sluit de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van uw auto.
- Sluit de andere zijde van de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van de tweede auto.
- Sluit de negatieve startkabel aan op de negatieve accupool (-) van de tweede auto.
- Sluit de andere zijde van de negatieve startkabel aan op de auto met de ontladen accu op een stevig, stilstaand, niet gelakt metalen punt uit de buurt van de accu en bewegende delen, zoals aangegeven in de afbeelding.
3. Start de motor van de tweede auto. Verhoog het motortoerental iets en laat de motor gedurende ongeveer 5 minuten met het verhoogde toerental draaien om de accu van uw auto op te laden.
4. Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Open en sluit een van de portieren terwijl het contact UIT staat.
5. Laat de tweede auto op het iets verhoogde toerental draaien en zet het contact AAN. Start vervolgens de motor van de auto.
6. Verwijder de startkabels in exact de omgekeerde volgorde van aansluiten als de motor van uw auto aangeslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aangeslagen is, de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Starten van de motor als de accu leeg is (auto's met Multidrive CVT) De auto kan niet worden aangeduwd.
■Voorkomen van ontlading van de accu
- Zet de koplampen en het audiosysteem uit als de motor niet draait.
- Schakel niet-noodzakelijke elektrische verbruikers uit als er gedurende langere tijd met lage snelheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een file.
■Laden van de accu De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs wanneer de auto niet in gebruik is.
Dit wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het effect van bepaalde elektrische apparatuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt, kan de accu ontladen en kan de auto mogelijk niet meer worden gestart. (De accu laadt automatisch op tijdens het rijden.)
■Voorzorgsmaatregelen wanneer de accu leeg is (auto's met Smart entrysysteem en startknop)
- Wanneer de accu is ontladen, is het in sommige gevallen niet mogelijk om
de portieren te ontgrendelen met het Smart entry-systeem met startknop.
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen of te ontgrendelen.
- Mogelijk start de motor niet bij de eerste poging nadat de accu weer is opgeladen, maar start hij wel normaal na de tweede poging. Dit wijst niet op een storing.
- De stand van het contact wordt door de auto opgeslagen. Wanneer de accu
weer wordt aangesloten, keert het systeem terug naar de stand die was
geselecteerd voordat de accu ontladen raakte. Zet vóór het losnemen van
de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten van de accu wanneer u niet zeker weet in welke stand het contact stond voordat de accu ontladen raakte.
■Voorkomen van brand en explosie Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat het licht ontvlambare gas dat uit de accu kan komen, per ongeluk tot ontbranding komt:
- Zorg ervoor dat de startkabel aangesloten wordt op de juiste accupool en niet per ongeluk in aanraking komt met een ander onderdeel dan de bedoelde accupool.
- Laat de "+" en "-" klemmen van de startkabels niet in contact komen met elkaar.
- Rook niet en gebruik geen lucifers, aanstekers en open vuur in de buurt van de accu.
■Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de accu De accu bevat giftige en corrosieve elektrolyt en de onderdelen van de accu bevatten lood en loodhoudende samenstellingen. Neem bij het omgaan met de accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
- Draag bij het werken met de accu altijd een veiligheidsbril en zorg ervoor dat de vloeistof uit de accu niet in contact komt met de huid, kleding of de carrosserie van de auto.
- Leun niet over de accu heen.
- Was accuvloeistof, die op de huid of in de ogen terecht is gekomen,
direct
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloeistof op terechtgekomen is met een natte spons of doek totdat er medische hulp kan worden verkregen.
- Was altijd uw handen nadat u de accudrager, de accupolen en andere accu-gerelateerde onderdelen hebt aangeraakt.
- Houd kinderen uit de buurt van de accu.
■Voorkomen van beschadigingen aan de auto Probeer de auto niet aan te duwen of aan te slepen, omdat hierdoor de driewegkatalysator (benzinemotor) of de katalysator (dieselmotor) te heet kan worden en er brand kan ontstaan.
■Omgaan met startkabels Zorg er bij het aansluiten van de startkabels voor dat deze niet verstrikt raken in de koelventilatoren of in de aandrijfriem van de motor.
Zie ook:
Mazda 2. Onderhoud van de accu
Voor het in optimale conditie houden van
uw accu:
Zorg er voor dat de accu steeds stevig
gemonteerd is.
Houd de bovenzijde van de accu schoon
en droog.
Houd de accupolen en de aanslui ...
Opel Corsa. Diefstalalarmsysteem
Het alarmsysteem is gecombineerd
met het vergrendelingssysteem.
Het bewaakt:
portieren, achterklep, motorkap
ontsteking
Inschakelen
Automatische activeringseconden na het vergrendelen ...