Auto's:

Skoda Fabia: Kinderzitje - Veilig vervoer van kinderen - Veiligheid - Škoda Fabia - InstructieboekjeSkoda Fabia: Kinderzitje

Inleiding voor het onderwerp

Om het gevaar voor verwondingen bij een ongeval te verminderen, is het vervoer van kinderen uitsluitend in kinderzitjes toegestaan!

Voor de montage en het gebruik van het kinderzitje de aanwijzingen in dit instructieboekje en in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het kinderzitje in acht nemen.

Wij adviseren u om veiligheidsredenen kinderen altijd op de zitplaatsen achterin mee te nemen. Kinderen alleen in uitzonderingsgevallen op de bijrijdersstoel vervoeren.

Er moeten kinderzitjes volgens de ECE-R 44-norm van de Europese Unie worden gebruikt.

De kinderzitjes die aan de ECE-R 44-norm voldoen, zijn voorzien van een niet verwijderbaar keurmerk: grote E in een cirkel, daaronder het keuringsnummer.

ATTENTIE

  • In geen geval mogen kinderen - ook geen baby's! - op schoot worden meegenomen.
  • Bij het verlaten van de wagen kinderen nooit zonder toezicht in de wagen achterlaten. De kinderen zijn in een noodsituatie mogelijk niet in staat om de wagen zelfstandig te verlaten of zichzelf te helpen. Bij bijzonder hoge of bijzonder lage temperaturen bestaat er levensgevaar!
  • Het kind dient tijdens de gehele duur van de rit beveiligd te zijn! Anders zou het kind in geval van een ongeval door de wagen kunnen worden geslingerd en kan hierdoor zichzelf en de andere passagiers levensgevaarlijk verwonden.
  • Als kinderen tijdens het rijden naar voren leunen of een verkeerde zithouding innemen, staan ze bij een ongeval bloot aan een groter risico op lichamelijk letsel. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen die op de bijrijdersstoel worden vervoerd - als het airbagsysteem bij een ongeval wordt geactiveerd kunnen ze zwaar gewond raken of zelfs worden gedood!
  • Let voor het goede verloop van de gordels beslist op de gegevens van de fabrikant van het kinderzitje. Een verkeerd gedragen veiligheidsgordel kan zelfs bij een lichte aanrijding tot letsel leiden.
  • Er moet worden gecontroleerd of de veiligheidsgordels correct over het lichaam lopen. Bovendien moet erop worden gelet, dat de gordel niet door eventuele scherpe randen kan worden beschadigd.
  • Bij het inbouwen van het kinderzitje op een zitplaats achterin moet de betreffende voorstoel zo worden ingesteld dat deze niet het kinderzitje resp. het in het kinderzitje meegenomen kind raakt.
  • Vóór het inbouwen van een naar voren gericht kinderzitje de betreffende hoofdsteun zo hoog mogelijk instellen.
  • Indien de hoofdsteun ook in de hoogste stand het inbouwen van het kinderzitje voorkomt, moet de hoofdsteun worden uitgebouwd . Na het uitbouwen van het kinderzitje de hoofdsteun weer inbouwen.

 

Let op Wij adviseren u kinderzitjes uit het originele ŠKODA accessoireprogramma te gebruiken. Deze kinderzitjes zijn voor het gebruik in ŠKODA-wagens ontwikkeld en getest. Zij voldoen aan de ECE-R 44-norm.

Gebruik van kinderzitjes op de bijrijdersstoel (variant 1)

Geldt niet voor Taiwan

Stickers met waarschuwingsaanwijzingen
 afb. 23 Stickers met waarschuwingsaanwijzingen

Nooit een naar achteren gericht kinderzitje op een stoel gebruiken die door een zich hiervoor bevindende parate airbag wordt beveiligd. Het kind kan hierdoor zwaar tot dodelijk letsel oplopen.

Daarop attenderen ook de stickers die zich op de volgende plaatsen bevinden.

Bij gebruik van een kinderzitje op de bijrijdersstoel, moeten de volgende aanwijzingen worden opgevolgd.

ATTENTIE

  • Bij ingeschakelde bijrijdersvoorairbag op de bijrijdersstoel nooit een naar achteren gericht kinderzitje gebruiken. Dit kinderzitje bevindt zich in het gebied waar de bijrijdersvoorairbag naar buiten komt. De airbag kan bij activering het kind zwaar of zelfs levensgevaarlijk verwonden.
  • Zodra het naar achteren gerichte kinderzitje op de bijrijdersstoel niet meer wordt gebruikt, moet de bijrijdersvoorairbag weer in paraatheid worden gebracht.

Gebruik van kinderzitjes op de bijrijdersstoel (variant 2)

Geldt voor Taiwan

Stickers met waarschuwingsaanwijzingen
 afb. 24 Stickers met waarschuwingsaanwijzingen

Geen zuigelingen, kleuters en kinderen op de bijrijdersstoel vervoeren.

Daarop attendeert ook de sticker die zich op de bijrijderszonneklep bevindt afb. 24.

Veilig vervoer van kinderen en de zij-airbag

Een niet goed vastgezet kind in
 afb. 25 Een niet goed vastgezet kind in een niet-correcte zithouding - in gevaar gebracht door de zij-airbag / het met een kinderzitje wel goed vastgezette kind

Kinderen mogen zich nooit in het werkingsgebied van de zij-airbag bevinden afb. 25 - A.

Tussen het kind en het gebied waarin de zij-airbag naar buiten komt, moet voldoende ruimte aanwezig zijn, zodat de zij-airbag de best mogelijke bescherming kan bieden afb. 25 - B.

Groepenindeling van kinderzitjes

Groepenindeling van kinderzitjes volgens de ECE-R 44-norm.

Groep Gewicht van het kind
0 tot 10 kg
0+ tot 13 kg
1 9-18 kg
2 15 - 25 kg
3 22 - 36 kg

Gebruik van kinderzitjes die met een veiligheidsgordel worden bevestigd

Bij ingeschakelde bijrijdersvoorairbag op de bijrijdersstoel nooit een kinderzitje gebruiken waarin het kind met de rug naar het dashboard gekeerd wordt vervoerd.

Dit kinderzitje bevindt zich in het gebied waar de bijrijdersvoorairbag naar buiten komt. De airbag kan bij activering het kind zwaar of zelfs levensgevaarlijk verwonden.

Overzicht van de bruikbaarheid van kinderzitjes die met een veiligheidsgordel worden bevestigd op de betreffende stoelen conform de ECE-R 16-norm.

Groep Bijrijdersstoel Zitplaatsen achterin buitenste Zitplaats achterin midden
0 tot 10 kg U U U
0+ tot 13 kg U U U
1 9-18 kg U U U
2 15-25 kg U U U
3 22-36 kg U U U

a) Als de middelste zitplaats achterin van een hoofdsteun is voorzien, dan mag een kinderzitje uit groep 2 of 3 alleen worden gebruikt als dit over een eigen geïntegreerde hoofdsteun beschikt. Als het kinderzitje van groep 2 of 3 niet over een eigen geïntegreerde hoofdsteun beschikt, dan moet het kinderzitje op de buitenste zitplaats achterin worden bevestigd.

U Kinderzitjecategorie "universeel" - Kinderzitje dat voor de bevestiging op de stoel met de veiligheidsgordel is bedoeld.

Zie ook:

Mazda 2. Koplampsproeier
De motor dient gestart te zijn en de koplampen dienen ingeschakeld te zijn. Als u de koplampsproeiers wilt gebruiken, de ruitenwisserhendel tweemaal naar u toe trekken. OPMERKING Wann ...

Mazda 2. Rem/koppelingsvloeistof
Controle van het niveau van de rem/koppelingsvloeistof WAARSCHUWINGLaat de remmen inspecteren als het niveau van de rem/koppelingsvloeistof laag is: Een laag niveau van de rem/ koppelings ...

Auto's: