Skoda Fabia: Fietsendrager in de bagageruimte
Inleiding voor het onderwerp
In de bagageruimte kunnen in een drager maximaal twee fietsen worden getransporteerd (maximale grootte - 19"-frame met 26"-wielen).
Vóór het transport moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd.
- De oprolbare afdekking verwijderen .
- De hoofdsteunen achterin tot de aanslag in de rugleuningen schuiven
- De achterbank en de rugleuningen naar voren klappen .
ATTENTIE Bij het vervoeren van fietsen moet beslist op de veiligheid van de inzittenden worden gelet. |
VOORZICHTIG Bij de omgang met de fiets voorzichtig te werk gaan - gevaar voor beschadiging van de wagen! |
Let op De fietsendrager kan niet worden ingebouwd als de variabele bagageruimtevloer in de bagageruimte is opgeborgen. |
Dwarsdrager in-/uitbouwen
afb. 118 Dwarsdrager inbouwen: De bouten losdraaien en de steunen
losmaken / dwarsdrager op de bevestigingsogen plaatsen
afb. 119
Dwarsdrager inbouwen: Bouten
vastdraaien
- Voor het inbouwen de bouten A in pijlrichting 1 volledig losdraaien en gedeeltelijk eruit trekken. De steunen B worden ontgrendeld afb. 118.
- De dwarsdrager zo afstellen, dat de bouten A naar voren wijzen.
- De dwarsdrager met het vaste gedeelte C in pijlrichting 2 op het linkerbevestigingsoog aanbrengen.
- Het gedeelte D van de dwarsdrager uittrekken en in pijlrichting 3 op het rechterbevestigingsoog aanbrengen.
- De steunen B in pijlrichting 4 op hun plaats drukken tot ze hoorbaar vastklikken afb. 119.
- De bouten A in pijlrichting 5 tot de aanslag vastdraaien.
- De bevestiging van de dwarsdrager controleren door eraan te trekken.
Het uitbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde.
Fietsendrager in-/uitbouwen
afb. 120 Fietsendrager inbouwen
- Voor het inbouwen de bout A op de fietsendrager (hierna drager) in pijlrichting 1 losdraaien afb. 120.
- De drager in pijlrichting 2 op de dwarsdrager aanbrengen.
- Het gedeelte B van de drager vasthouden en het gedeelte C van de drager in pijlrichting 3 aandrukken.
- De bout A in pijlrichting 4 vastdraaien.
- De bout D in pijlrichting 5 eruit draaien en verwijderen.
- Het gedeelte E in pijlrichting 6 , afhankelijk van de grootte van de fiets, in een van de mogelijke standen instellen .
- De bout D aanbrengen en in pijlrichting 7 vastdraaien.
Het uitbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde.
VOORZICHTIG De in de drager aangebrachte fiets mag niet de achterklep of andere delen van de wagen raken - gevaar voor beschadiging van de wagen. |
Fiets in de drager plaatsen
afb. 121 Voorvork van de fiets in de drager plaatsen / bevestigingsvoorbeeld
voor het voorwiel
- Het voorwiel uit de fiets verwijderen.
- De snelspanner A afb. 121 op de drager losmaken en overeenkomstig de breedte van de voorvork van de fiets instellen.
- De voorvork op de bevestigingsas plaatsen en met de snelspanner A vastzetten.
- Het linkerpedaal in de richting van de voorzijde van de wagen plaatsen, om het voorwiel gemakkelijker te kunnen bevestigen.
- Om twee fietsen mee te nemen de bout A afb. 120 op op de drager losdraaien en de drager samen met de bevestigde fiets naar links verplaatsen.
Het fietsstuur mag niet de zijruit van de bagageruimte raken.
- De bout A afb. 120 op op de drager vastdraaien.
- De achterklep voorzichtig omlaagbewegen en daarbij controleren of het fietsstuur niet de achterruit raakt.
- Indien nodig de positie van het verschuifbare gedeelte E afb. 120 op aanpassen.
- Het verwijderde voorwiel kan het beste tussen het linkerpedaal en het fietsframe worden opgeborgen.
- Het voorwiel met de riem B aan de voorvork afb. 121 of het fietsframe bevestigen.
- Het inbouwen van de tweede drager en de bevestiging van de fiets vinden op dezelfde wijze plaats.
Stabiliteit van de fietsen waarborgen met een riem
afb. 122 Stabiliteit van de fietsen waarborgen met een riem
- Om het rubberdeel van de klem op de riem los te maken, beide delen tegen elkaar drukken en de klem openen.
- De klem met het rubberdeel in rijrichting zo ver mogelijk naar onderen op de zadelpen aanbrengen en de klem sluiten.
- Bij het vervoeren van twee fietsen de riem tussen de zadelpennen spannen, door de fietsen uit elkaar te schuiven afb. 122 - A.
- De musketonhaken aan de riemeinden in de onderste bevestigingsogen achter de achterbank bevestigen afb. 122 - B.
- De riem na elkaar aan beide zijde door de spangespen trekken.
Indien noodzakelijk kan de positie van de fietsen in de wagen nog worden gecorrigeerd.
Zie ook:
KIA Rio. Buitenspiegel
Stel de spiegels af voordat u gaat rijden.
Uw auto is uitgerust met zowel een linker
als een rechter buitenspiegel.
De spiegels kunnen elektrisch versteld
worden met de schakelaar. De spiegels ...
Mazda 2. Type B (Zonder voormistlicht)
Voor het inschakelen van het
achtermistlicht dienen de koplampen
ingeschakeld te zijn.
Voor het inschakelen van het
achtermistlicht, de mistlichtschakelaar
naar de stand draaien (de
mistlichts ...