Skoda Fabia: Algemene aanwijzingen
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk van het instructieboekje vindt u belangrijke informatie met betrekking tot het thema passieve veiligheid. We hebben hier alles samengevat wat u bv. over veiligheidsgordels, airbags, de veiligheid van kinderen enz. moet weten.
Verdere belangrijke informatie met betrekking tot de veiligheid kunt u ook vinden in de volgende hoofdstukken van dit instructieboekje. Het instructieboekje moet daarom altijd in de wagen aanwezig zijn.
Vóór elke rit
Voor uw eigen veiligheid en voor de veiligheid van uw passagiers moet voor elke rit op de onderstaande punten worden gelet.
- De werking van de verlichting en de knipperlichten controleren.
- De werking van de ruitenwissers en de toestand van de ruitenwisserbladen controleren. Het ruitensproeiervloeistofpeil controleren.
- Controleren of alle ruiten een helder en goed zicht naar buiten bieden.
- De spiegels zo instellen dat het zicht naar achteren is gewaarborgd. Controleren dat de spiegels niet afgedekt zijn.
- De bandenspanning controleren.
- Het motorolie-, remvloeistof- en koelvloeistofpeil controleren.
- Aanwezige bagage goed bevestigen.
- De toegestane asbelastingen en het maximaal toegestaan gewicht van de wagen niet overschrijden.
- Alle portieren, de motorkap en achterklep sluiten.
- Controleren of geen onderdelen en componenten in de wagen zichtbaar loszitten.
- Controleren of er geen voorwerpen zijn die de bediening van de pedalen kunnen beïnvloeden.
- Kinderen beschermen in een geschikt kinderzitje Veilig vervoer van kinderen.
- De juiste zithouding innemen. Uw passagiers erop wijzen de juiste zithouding in te nemen. Juiste en veilige zithouding.
Rijveiligheid
Voor de verkeersveiligheid moeten de volgende aanwijzingen in acht worden genomen.
- Laat u niet van het verkeer afleiden (door bv. passagiers, telefoongesprekken enz.).
- Niet rijden als uw rijvaardigheid is verminderd (bv. door medicijnen, alcohol of verdovende middelen).
- De verkeersregels en de aangegeven snelheid aanhouden.
- Uw rijsnelheid steeds aan de toestand van de weg en de verkeers- en weersomstandigheden aanpassen.
- Op lange ritten regelmatig pauzeren (ten minste eens in de twee uur).
Zie ook:
Renault Clio. Verlichting en signalen
Markeringslichten
Draai de ring 2 tot het symbool bij
het merkteken 3 staat.
Op het instrumentenpaneel gaat een controlelampje
branden.
Functie verlichting overdag
De dagrijverlichtin ...
Mazda 2. Voorzorgsmaatregelen betreffende
onderhoudswerkzaamheden
Routine-onderhoud
Het wordt ten zeerste aangeraden de volgende punten dagelijks of tenminste
wekelijks te
controleren.
Motoroliepeil
Motorkoelvloeistofniveau
Niveau van remvloeistof en ko ...