Auto's:

Renault Clio: Brandstoftank - Ken uw auto - Renault Clio - InstructieboekjeRenault Clio: Brandstoftank

BRANDSTOFTANK

Bruikbare inhoud van de tank: ongeveer 45 liter .

Afhankelijk van de auto heeft de motor 0,9 TCe een tank met een bruikbare inhoud van ongeveer 40 of 45 liter.

Open het klepje A met een vinger in de uitsparing B.

Tijdens het tanken gebruikt u de houder 1 op het klepje A om de dop 2 aan op te hangen.

Soort brandstof

Gebruik brandstof van goede kwaliteit die overeenkomt met de normen die in elk land zijn vastgelegd en beslist overeenkomt met de indicaties op de sticker op klepje A.

Raadpleeg de paragraaf "Gegevens van de motor" in hoofdstuk 6.

Dieselmotor Gebruik uitsluitend dieselbrandstof die overeenkomt met de indicaties op de sticker aan de binnenkant van het klepje A.

De tankdop is van een speciaal type.

Vraag naar ditzelfde type als u een andere dop koopt. Ga naar een merkdealer.

Rook niet tijdens het tanken en ontsteek geen open vuur in de nabijheid van de brandstoftank of de tankdop.

Maak de omgeving van het vulsysteem niet schoon met een hogedrukreiniger.

Benzinemotor Gebruik uitsluitend ongelode benzine.

Het octaangehalte (RON) moet overeen komen met de indicaties op de sticker op het klepje A. Raadpleeg de paragraaf "Gegevens van de motor" in hoofdstuk 6.

Vermeng de dieselbrandstof nooit met benzine (loodvrij of E85), zelfs niet een kleine hoeveelheid.

Gebruik geen ethanol als uw auto hier niet voor aangepast is.

Voeg geen toevoegmiddel toe aan de brandstof, anders kan de motor beschadigd raken.

Tanken van brandstof

Wanneer het contact uit is, steekt u het vulpistool zo ver mogelijk naar binnen voordat u met tanken begint (spatgevaar).

Houd tijdens het tanken het vulpistool in deze stand tot u klaar bent met tanken.

Als het vulpistool automatisch is afgeslagen, mag u het nog maximaal twee keer gebruiken, om voldoende ruimte in de tank over te houden voor het uitzetten van de brandstof.

Let op dat bij het tanken geen water bij de brandstof komt. Het klepje A en zijn omgeving moeten schoon blijven.

Benzinemotor Schade die ontstaan is als gevolg van het tanken van loodhoudende benzine wordt niet door de fabrieksgarantie gedekt.

Om te voorkomen dat er abusievelijk loodhoudende benzine wordt getankt, heeft de vulhals een nauwe doorlaat met een veiligheidssysteem waarin alleen een vulpistool met ongelode benzine past.

Tanken van brandstof

Auto uitgerust met de functie Stop and Start

Voordat brandstof wordt getankt, moet de motor worden afgezet (en niet op stand-by worden gezet): zet de motor af met een druk op de motorstopknop 3 (raadpleeg de paragraaf "Starten/stoppen van de motor" in hoofdstuk 2).

 

Brandstofsoorten die voldoen aan de Europese normen die ook gelden voor de motoren van auto's die in Europa zijn verkocht: zie "Motorgegevens" in hoofdstuk 6.

 

Aanhoudende stank van brandstof

In geval van een aanhoudende stank van brandstof, moet u:

  • onmiddellijk stoppen, rekening houdend met het overige verkeer en het contact afzetten;
  • de alarmknipperlichten aanzetten en alle passagiers uit laten stappen en ze ver van het verkeer houden;
  • roep de hulp in van een merkdealer.

BRANDSTOFTANK

Tank leeggereden bij dieselmotor

Auto's met ontluchtingspompje 4 Als de auto stilgevallen is door brandstofgebrek, moet u het brandstofcircuit ontluchten voordat u probeert de motor weer te starten.

Vul het reservoir met minimum 8 liter dieselbrandstof.

Beweeg verschillende keren het pompje 4.

Vervolgens kunt u de motor weer starten.

Neem als na verschillende pogingen, de motor niet weer start, contact op met een merkdealer.

BRANDSTOFTANK

Auto's zonder ontluchtingspompje 4 Steek de card RENAULT in de kaartlezer 5.

Druk op de startknop 3 zonder de pedalen aan te raken. Wacht een paar minuten voordat u de auto start. Hiermee kan het brandstofcircuit worden ontlucht Als de motor niet start, herhaalt u de procedure.

Wijzig of repareer niet zelf het brandstofsysteem (rekeneenheden, bedrading, brandstofcircuit, inspuitstukken of verstuivers, beschermkappen) vanwege de grote gevaren voor de veiligheid die hierdoor kunnen ontstaan. Laat deze werkzaamheden uitsluitend door uw merkdealer uitvoeren.

 

Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien.

Risico van verwonding.

Zie ook:

Mazda 2. Actieve Aangepaste Overschakeling (AAS)
Met de Actieve Aangepaste Overschakeling (AAS) worden de overschakelpunten van de transmissie automatisch geregeld en optimaal aangepast aan de rijomstandigheden en het rijgedrag van de bestuurde ...

Fiat Punto. Richtingaanwijzers
Voor Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen: draai het rechter-/linkerwiel naar binnen en schroef de vergrendelingen A fig. 82 los. Verwijder klepje B; verwijder de afdekking ...

Auto's: