Mazda 2: Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
Het LDWS systeem stelt de bestuurder op de hoogte dat de auto van zijn rijstrook afwijkt.
Het systeem bespeurt de witte of gele strepen op de rijstrook met gebruik van de vooruitrijcamera (FSC) en als dit bepaalt dat de auto van de rijstrook gaat afwijken, waarschuwt het de bestuurder door middel van de Active Driving Display (voertuigen met Active Driving Display), het knipperen van het LDWS waarschuwingslampje en het activeren van de LDWS waarschuwingszoemer.
Gebruik het LDWS bij het rijden op wegen met witte of gele strepen.
Zie Vooruitrijcamera
Het waarschuwingslampje gaat branden als het systeem defect is.
Zie Waarschuwingslampjes
Gebruik het LDWS niet onder de volgende omstandigheden: De kans bestaat dat het systeem niet adequaat reageert op de werkelijke rijomstandigheden, waardoor ongelukken veroorzaakt kunnen worden.
- Bij het rijden op wegen met scherpe bochten.
- Bij het rijden onder slechte weersomstandigheden (regen, mist en sneeuw).
De functies van het LDWS hebben beperkingen: Blijf altijd uw baan aanhouden met behulp van het stuurwiel en rijd voorzichtig. Het systeem is niet bestemd is om compensatie te geven voor onvoldoende voorzichtigheid van de bestuurder en als u teveel op het LDWS vertrouwt kan dit tot ongelukken leiden.
De bestuurder is verantwoordelijk voor het veilig uitvoeren van rijbaanveranderingen en overige manoeuvres. Let altijd nauwkeurig op de richting waarin de auto rijdt en de directe omgeving ervan.
- Als uw auto van zijn rijstrook afwijkt, wordt het LDWS in werking gesteld (waarschuwingsgeluid en indicatielampje). Stuur de auto adequaat bij om de auto weer naar het midden van de rijstrook te brengen.
- Wanneer de richtingaanwijzerhendel wordt bediend om van rijstrook te veranderen, wordt de LDWS waarschuwing automatisch uitgeschakeld. De LDWS waarschuwing wordt werkzaam wanneer de richtingaanwijzerhendel teruggezet wordt en het systeem de witte of gele strepen bespeurt.
- Als het stuurwiel, het gaspedaal of het rempedaal abrupt worden bediend en de auto dicht in de buurt van een witte of gele streep komt, bepaalt het systeen dat de bestuurder van rijbaan verandert en wordt de LDWS waarschuwing automatisch uitgeschakeld.
- Het is mogelijk dat het LDWS niet functioneert tijdens de periode onmiddellijk nadat de auto van zijn rijstrook is afgeweken en het LDWS in werking is getreden, of wanneer de auto binnen een korte periode van tijd herhaalde malen van de rijstrook is afgeweken.
- Het LDWS functioneert niet als de witte of gele strepen van de rijstrook niet bespeurd worden.
- Onder de volgende omstandigheden bestaat de kans dat het LDWS de witte of gele strepen niet correct kan bespeuren en dat het LDWS niet juist functioneert.
- Als een voorwerp dat op het instrumentenpaneel geplaatst is in de voorruit weerkaatst wordt en door de camera wordt opgenomen.
- Wanneer er zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst en de auto overhelt.
- Wanneer de bandenspanning niet op de voorgeschreven druk is afgesteld.
- Wanneer de auto op de oprit/afrit van de pleisterplaats of het tolhek van een snelweg rijdt.
- Wanneer de witte of gele strepen minder goed zichtbaar zijn doordat deze vuil zijn of de verf afgesleten is.
- Wanneer het voertuig dat vóór u rijdt nabij de witte of gele streep rijdt en de streep minder goed zichtbaar is.
- Wanneer de witte of gele strepen niet goed zichtbaar zijn als gevolg van slecht weer (regen, mist of sneeuw).
- Bij het rijden op een tijdelijke rijstrook of weggedeelte met afgesloten rijstrook als gevolg van wegwerkzaamheden.
- Wanneer een misleidende streep op de weg wordt waargenomen, zoals bij een tijdelijke streep voor wegwerkzaamheden, of door schaduweffecten, sneeuwresten of gleuven met water.
- Wanneer de helderheid van de omgeving plotseling verandert, zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel.
- Wanneer de verlichting van de koplampen afgezwakt is als gevolg van verontreiniging of afwijking van de optische as.
- Wanneer de voorruit verontreinigd of beslagen is.
- Wanneer achterverlichting op het wegdek reflecteert.
- Wanneer het wegdek nat en glimmend is na regen, of als er plassen op de weg zijn.
- Wanneer een schaduw van de vangrail parallel aan de witte of gele streep op de weg valt.
- Wanneer de rijstrook buitengewoon smal of breed is.
- Wanneer de weg buitengewoon oneffen is.
- Wanneer de auto schokt na een hobbel in de weg.
- Wanneer er twee of meer naast elkaar gelegen witte of gele strepen zijn.
- Wanneer er wegmarkeringen of rijbaanmarkeringen van diverse vormen zijn in de buurt van een kruising.
Zie ook:
Toyota Yaris. Bedieningspaneel airconditioning
Toets koel- en ontvochtigingsfunctie
aan/uit
Draaiknop temperatuurregeling
links
Weergave temperatuur links
Weergave aanjagersnelheid
Weergave uitstroomopeningen
Weergave temperat ...
Renault Clio. Airconditioning: informatie en bedieningsinstructies
Tips voor het gebruik
In sommige gevallen, (airconditioning uit,
luchtkringloop in werking, ventilatiesnelheid
nul of laag, enz.) kunnen de ruiten van de
auto beslaan.
Als de ruiten beslagen zi ...