Mazda 2: Parkeersensorsysteem
Parkeersensorsysteem
De parkeersensoren maken gebruik van ultrasone sensoren die obstakels rondom de auto opsporen bij het rijden met lage snelheden, zoals bij het parkeren in een garage of het file parkeren en de bestuurder wordt door een zoemer en een detectieindicator geïnformeerd over bij benadering de afstand van de auto tot het omliggende obstakel.
Vertrouw niet volledig op het parkeersensorsysteem en controleer tijdens het rijden steeds visueel de veiligheid rondom uw auto: Het systeem kan de bestuurder assisteren bij de besturing van de auto in achterwaartse richting tijdens het parkeren. Het detectiebereik van de sensoren is beperkt, dus door tijdens het rijden enkel op het systeem te vertrouwen kunnen er ongelukken veroorzaakt worden. Controleer tijdens het rijden steeds visueel de veiligheid rondom uw auto.
- Breng geen accessoires aan binnen het detectiebereik van de sensoren. Dit kan de werking van het systeem hinderen.
- Afhankelijk van de soort hindernis en de omgevingscondities, kan het detectiebereik van een sensor verminderd worden, of bestaat de kans dat de sensoren de hindernissen niet kunnen opsporen.
- Het is mogelijk dat het systeem onder de volgende omstandigheden niet normaal werkt:
- Wanneer zich modder, ijs of sneeuw aan het sensorgedeelte heeft vastgehecht (wanneer dit wordt verwijderd, werkt het systeem weer normaal).
- Wanneer het sensorgedeelte is bevroren (wanneer het ijs ontdooid is, werkt het systeem weer normaal).
- Wanneer de sensor met een hand wordt afgedekt.
- Wanneer de sensor aan een krachtige schok is blootgesteld.
- Wanneer de auto buitengewoon scheef staat.
- Onder buitengewoon hete of koude weersomstandigheden.
- Wanneer er met de auto over oneffenheden, op hellingen of op onverharde of met gras bedekte wegen wordt gereden.
- Alles dat in de buurt van de auto ultrageluid voortbrengt, zoals de claxon van een andere auto, het motorgeluid van een motorfiets, het luchtremgeluid van een vrachtwagen of de sensoren van een andere auto.
- Wanneer met de auto bij zware regenval wordt gereden of bij rijomstandigheden die opspattend water veroorzaken.
- Wanneer een in de handel verkrijgbare staafantenne of een antenne voor zendapparatuur in de auto is geïnstalleerd.
- Wanneer de auto in de richting gaat van een hoge of vierkante stoeprand.
- Wanneer de hindernis zich te dicht bij de sensor bevindt.
- Hindernissen onder de bumper worden mogelijk niet opgespoord. Hindernissen die lager zijn dan de bumper of smal zijn worden mogelijk in eerste instantie wel opgespoord maar worden naarmate de auto de hindernis dichter nadert niet meer opgespoord.
- Het is mogelijk dat de volgende soorten hindernissen niet opgespoord worden:
- Dunne voorwerpen zoals kabel of touw
- Materialen die geluidsgolven gemakkelijk absorberen zoals katoen of sneeuw
- Hoekvormige voorwerpen
- Bijzonder lange voorwerpen, en die welke breed zijn aan de bovenzijde
- Kleine, korte voorwerpen
- Laat het systeem altijd inspecteren door een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur als de bumpers een schok of stoot hebben gekregen, ook bij een klein ongeluk. Als de sensoren een afwijking hebben, kunnen ze hindernissen niet opsporen.
- Het is mogelijk dat de zoemer die een storing in het systeem aangeeft niet wordt gehoord als de omgevingstemperatuur buitengewoon laag is, of als er zich modder, ijs of sneeuw aan het sensorgedeelte heeft vastgehecht. Verwijder alle vreemde bestanddelen van het sensorgedeelte.
- Raadpleeg bij het monteren van een trekhaak een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur.
Zie ook:
Skoda Fabia. Tablethouder
Inleiding voor het onderwerp
In de houder kunnen externe apparaten (bv. tablet, smartphone etc.) met een
grootte van min. 122 mm en max. 195 mm worden bevestigd.
De maximale toelaatbare belasting ...
Opel Corsa. Auto slepen
Steek een schroevendraaier in de
gleuf bij het onderste deel van de kap.
Maak de afdekking los door de
schroevendraaier voorzichtig omlaag
te bewegen.
Het sleepoog is opgeborgen bij het
...