Mazda 2: Kruissnelheidsregelaarfunctie
Terwijl deze functie in werking is, wordt de volgafstandregeling uitgeschakeld en werkt alleen de kruissnelheidsregelaarfunctie.
De rijsnelheid kan op hoger dan ongeveer 25 km/h worden ingesteld.
Gebruik de kruissnelheidsregelaarfunctie op snelwegen en overige autowegen waarbij niet veel herhaalde acceleratie en snelheidsmindering vereist is.
Gebruik de kruissnelheidsregelaarfunctie niet in de volgende locaties:
Anders kan dit een ongeluk tot gevolg hebben.
- Wegen met scherpe bochten en met druk verkeer waar er onvoldoende ruimte is tussen de voertuigen. (Rijden onder deze omstandigheden met gebruik van de kruissnelheidsregelaarfunctie is niet mogelijk)
- Steile afdalingen (het is mogelijk dat de ingestelde snelheid wordt overschreden omdat niet voldoende op de motor kan worden afgeremd)
- Gladde wegen zoals met ijs of sneeuw bedekte wegen (de banden kunnen gaan slippen waardoor u de macht over het stuur kunt verliezen).
Rijd altijd voorzichtig: De waarschuwingen en remregeling zullen na het uitschakelen van de volgafstandregeling niet functioneren en het systeem wordt overgeschakeld naar alleen de kruissnelheidsregelaarfunctie. Trap het rempedaal in om snelheid te minderen overeenkomstig de verkeerssituatie en houd een veiliger afstand aan ten opzichte van uw voorligger en rijd altijd voorzichtig.
Overschakelen naar de kruissnelheidsregelaarfunctie
Wanneer de MODE schakelaar wordt ingedrukt terwijl het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is ingeschakeld, schakelt het systeem over naar de kruissnelheidsregelaarfunctie.
Wanneer het systeem overschakelt naar de kruissnelheidsregelaarfunctie, wordt de hoofdindicatie van de kruissnelheidsregelaar (wit) in de instrumentengroep en de Active Driving Display getoond om de bestuurder als volgt op de hoogte te stellen:
- De instelindicatie (groen) van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem of de hoofdindicatie (wit) van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem gaat uit en de hoofdindicatie van de kruissnelheidsregelaar (wit) licht op.
Schakel de kruissnelheidsregelaarfunctie altijd uit wanneer deze niet wordt gebruikt: Het ingeschakeld laten van de kruissnelheidsregelaarfunctie wanneer deze niet wordt gebruikt is gevaarlijk, aangezien deze onvoorzien in werking zou kunnen treden wat een ongeluk kan veroorzaken.
Instellen van de snelheid
Stel het systeem af op de gewenste rijsnelheid met behulp van het gaspedaal.
Wanneer de SET+ of SET- schakelaar wordt ingedrukt, licht de instelindicatie (groen) van de kruissnelheidsregelaar op en begint de volgafstandregeling.
- Het is mogelijk dat het systeem de ingestelde snelheid niet constant kan aanhouden, afhankelijk van de rijomstandigheden zoals bij steile hellingen of afdalingen.
- Wanneer de SET+ schakelaar wordt ingedrukt en vastgehouden zal de snelheid blijven toenemen. Wanneer de SET- schakelaar wordt ingedrukt en vastgehouden zal de snelheid blijven afnemen.
Verhogen van de ingestelde snelheid
Door het volgen van onderstaande bedieningsstappen kan de ingestelde snelheid worden verhoogd:
Verhogen van de snelheid met behulp van de SET+ schakelaar
Houd de SET+ schakelaar ingedrukt en laat de schakelaar bij de gewenste snelheid los.
De ingestelde snelheid kan stapsgewijs afgesteld worden (in stappen van 1 km/h) door het indrukken en onmiddellijk weer loslaten van de schakelaar. Als bijvoorbeeld de schakelaar 4 maal wordt ingedrukt, neemt de ingestelde snelheid met ongeveer 4 km/h toe.
Verhogen van de snelheid met behulp van het gaspedaal
Trap het gaspedaal in en druk de SET+ of SET- schakelaar bij de gewenste snelheid in.
Als de schakelaar niet wordt bediend, keert het systeem terug naar de ingestelde snelheid nadat u uw voet van het gaspedaal heeft afgehaald.
Verlagen van de ingestelde snelheid
Houd de SET- schakelaar continu ingedrukt en laat de schakelaar bij de gewenste snelheid los.
De ingestelde snelheid kan stapsgewijs afgesteld worden (in stappen van 1 km/h) door het indrukken en onmiddellijk weer loslaten van de schakelaar. Als bijvoorbeeld de schakelaar 4 maal wordt ingedrukt, neemt de ingestelde rijsnelheid met ongeveer 4 km/h af.
Uitschakelen van de functie
Uitschakelen met behulp van de OFF/ CAN schakelaar
Wanneer de OFF/CAN schakelaar eenmaal wordt ingedrukt, wordt de kruissnelheidsregelaarfunctie geannuleerd.
Uitschakelen met behulp van de MODE schakelaar
Wanneer de MODE schakelaar wordt ingedrukt, wordt de kruissnelheidsregelaarfunctie geannuleerd en wordt de volgafstandregelfunctie voor gebruik beschikbaar gemaakt.
De kruissnelheidsregelaarfunctie wordt in de volgende gevallen automatisch uitgeschakeld. Als de RES schakelaar wordt ingedrukt terwijl de rijsnelheid 25 km/h of hoger is, keert de snelheid terug naar de oorspronkelijk ingestelde snelheid.
- De OFF/CAN schakelaar wordt eenmaal ingedrukt.
- Het rempedaal is ingedrukt.
- De handrem is aangetrokken.
(Handgeschakelde versnellingsbak)
- Het koppelingspedaal wordt ingetrapt.
- De keuzehendel wordt verplaatst naar de neutraalstand.
(Automatische transmissie)
- De keuzehendel wordt verplaatst naar de stand P of N.
- Als de rijsnelheid afneemt met ongeveer 15 km/h of meer dan de ingestelde snelheid, bestaat de kans dat de kruissnelheidsregelaarfunctie wordt uitgeschakeld.
- Wanneer de rijsnelheid minder is dan 21 km/h, wordt de kruissnelheidsregelaarfunctie uitgeschakeld. In dit geval zal als bij acceleratie van de auto tot 25 km/h of hoger de RES schakelaar wordt ingedrukt, de rijsnelheid niet terugkeren naar de oorspronkelijk ingestelde snelheid. Terugstellen van de kruissnelheidsregelaarfunctie.
Zie ook:
Mazda 2. Anti-wielspin regeling (TCS)
De anti-wielspin regeling (TCS) zorgt
via regeling van het motorkoppel en
de remmen voor een verhoging van de
aandrijfkracht en een verbetering van
de veiligheid. Wanneer door het TCS
systeem het ...
KIA Rio. Label op de wang van de band
Deze informatie bestaat uit de
basiseigenschappen van de band en
het identificatienummer voor
veiligheidscertificatie. Het identificatienummer
kan worden gebruikt
om de band te identificer ...