Auto's:

Mazda 2: Koplampen - Verlichtingsregelaar - Schakelaars en regelaars - Tijdens het rijden - Mazda 2 - InstructieboekjeMazda 2: Koplampen

Draai de koplampschakelaar om de koplampen, andere buitenverlichting en de instrumentenpaneelverlichting in of uit te schakelen.

Wanneer de verlichting wordt ingeschakeld, gaat het verlichting-aan indicatielampje in de instrumentengroep branden.

OPMERKING
  • Om te voorkomen dat de accu uitgeput raakt, de verlichting niet ingeschakeld laten wanneer de motor stopgezet is, tenzij dit in verband met de veiligheid vereist is.
  • Koplampen die weggebruikers die vanuit tegemoetkomende richting naderen niet verblinden, ongeacht aan welke kant van de weg u geacht wordt te rijden (links of rechts verkeer). Het is dus niet nodig de optische as van de koplampen af te stellen wanneer u tijdelijk naar rijden aan de andere kant van de weg moet omschakelen (links of rechts verkeer).

Zonder automatische verlichtingsregeling

Zonder automatische verlichtingsregeling

Zonder automatische verlichtingsregeling

*1 Als de verlichting brandt en het bestuurdersportier wordt geopend of 30 sec. zijn verstreken, wordt de verlichting uitgeschakeld.

Met automatische verlichtingsregeling

Met automatische verlichtingsregeling

Met automatische verlichtingsregeling

*1 De koplampen en overige verlichting worden automatisch ingeschakeld afhankelijk van de helderheid van de omgeving zoals afgetast door de sensor.
*2 Wanneer de verlichting is ingeschakeld, zal deze blijven branden ook als het contact in een andere stand dan ON wordt gezet.
Als de verlichting brandt en het bestuurdersportier wordt geopend of 30 sec. zijn verstreken, wordt de verlichting uitgeschakeld.
*3 Wanneer het contact in een andere stand dan ON wordt gezet, gaat ook als de verlichtingsschakelaar op wordt gezet, de verlichting niet branden.
*4 Als de verlichting brandt en het bestuurdersportier wordt geopend of 30 sec. zijn verstreken, wordt de verlichting uitgeschakeld.

Automatische verlichtingsregeling

Wanneer de koplampschakelaar in de stand staat en het contact op ON gezet is, tast de lichtsensor de lichtheid of donkerte van de omgeving af en schakelt deze automatisch de koplampen, andere buitenverlichting en de instrumentenpaneelverlichting in of uit (zie bovenstaande tabel).

OPGELET
  • De lichtsensor niet afdekken door een sticker of een label op de voorruit te plakken.

    Anders zal de lichtsensor niet correct functioneren.

  • De lichtsensor functioneert ook als een regensensor voor de automatische ruitenwisserregeling. Houd handen en ruitenkrabbers uit de buurt van de voorruit wanneer de ruitenwisserhendel in de standstaat en het contact op ON gezet is, aangezien vingers beklemd kunnen raken of de ruitenwissers en wisserbladen beschadigd kunnen worden wanneer de ruitenwissers automatisch in werking gesteld worden. Als u de voorruit gaat reinigen, er op letten dat de ruitenwissers volledig zijn uitgeschakeld - dit is vooral belangrijk bij het verwijderen van ijs en sneeuw - wanneer het bijzonder verleidelijk is om de motor te laten draaien.

 

OPMERKING
  • De koplampen, overige buitenverlichting en instrumentenpaneelverlichting gaan mogelijk niet onmiddellijk uit in het geval de omgeving ineens helder verlicht wordt, aangezien de lichtsensor bepaalt dat het avond is als de omgeving gedurende enkele minuten continu donker is, zoals bijvoorbeeld in lange tunnels, bij files in tunnels of in parkeergarages.

    In dit geval wordt de verlichting uitgeschakeld als de verlichtingsschakelaar naar de stand gedraaid wordt.

  • Wanneer de koplampschakelaar in de stand staat en het contact op ACC gezet wordt of uitgezet wordt, zullen de koplampen, de overige buitenverlichting en de instrumentenpaneelverlichting uitgeschakeld worden.
  • De instrumentenpaneelverlichting kan afgesteld worden door het draaien van de knop in de instrumentengroep. Ook kan de dag/nachtstand veranderd worden door de knop te draaien totdat er een pieptoon gegeven wordt. Afstellen van de helderheid van de instrumentenpaneelverlichting: Zie Instrumentenpaneelverlichting .
  • De gevoeligheid van de AUTO lampen kan gewijzigd worden door een officiële Mazda reparateur. Zie Gebruikersinstellingen
Zie ook:

Renault Clio. Automatische transmissie
Selecteurhendel 1 P: parkeren R: achteruitrijden N: neutraal D: automatische werking M: handbediend +: omhoog bijstellen -: omlaag bijstellen 4 : weergave van de ingeschakelde versnelling ...

Mazda 2. Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) waarschuwt de bestuurder voor een mogelijke botsing door middel van een display en een waarschuwingsgeluid als bij rijsnelheden van ongeveer 15 km/h of ...

Auto's: