Mazda 2: Achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA)
Het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) is bedoeld om de bestuurder tijdens het achteruitrijden te assisteren bij het controleren van het gebied aan de achterzijde van de auto aan beide kanten door de bestuurder te waarschuwen voor de aanwezigheid van voertuigen die vanaf de achterzijde naderen.
Het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) bespeurt voertuigen die tijdens het achteruitrijden uit een parkeerruimte vanaf de linker- en rechterzijde van de auto naderen en waarschuwt de bestuurder voor mogelijk gevaar met behulp van de dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingsindicatielampjes en de waarschuwingszoemer.
Werking van achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA)
1. Het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) functioneert wanneer de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel (automatische transmissie) in de achteruitstand (R) gezet wordt.
2. Als er de kans bestaat op een botsing met een naderend voertuig, gaan de dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingsindicatielampjes knipperen en wordt tegelijkertijd de waarschuwingszoemer geactiveerd.
(Met achteruitkijkmonitor) De waarschuwingsindicatie van het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) in de achteruitkijkmonitor werkt ook synchroon met het dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingsindicatielampje op de portierspiegels.
Controleer altijd visueel de directe omgeving alvorens daadwerkelijk uw auto in de achteruit te zetten: Het systeem is enkel bedoeld om u bij het achteruitrijden te helpen op achteropkomende voertuigen te controleren. Als gevolg van bepaalde beperkingen ten aanzien van de werking van dit systeem, bestaat de kans dat de dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingsindicatielampjes niet of met vertraging knipperen alhoewel er zich een voertuig achter uw auto bevindt. Neem het als bestuurder altijd tot uw verantwoordelijkheid te controleren op achteropkomend verkeer.
- In de volgende gevallen gaat de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje branden en wordt de werking van het systeem
stopgezet.
Laat de auto zo spoedig mogelijk door een officiële Mazda dealer inspecteren als de dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje blijft branden.
- Er heeft zich een probleem in het systeem voorgedaan, inclusief de dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingsindicatielampjes.
- Er is een grote afwijking ontstaan in de montagepositie van een radarsensor (achter).
- Er heeft zich een grote hoeveelheid sneeuw of ijs verzameld op de achterbumper nabij een radarsensor (achter).
- Rijden gedurende langere perioden op met sneeuw bedekte wegen.
- De temperatuur in de buurt van de radarsensoren is buitengewoon hoog als gevolg van het langdurig rijden op hellingen tijdens de zomer.
- De accuspanning is afgenomen.
- Onder de volgende omstandigheden kunnen de radarsensoren (achter) geen grote objecten bespeuren of kunnen deze moeilijk bespeurd worden.
- De rijsnelheid bij het achteruitrijden is ongeveer 10 km/h of hoger.
- Het detectiegebied van de radarsensor (achter) wordt gehinderd door een nabije muur of geparkeerd voertuig. (Rijd achteruit tot een plaats waar het detectiegebied van de radarsensor niet meer gehinderd wordt.)
- Er nadert een voertuig direct vanaf de achterzijde van uw auto.
- De auto staat op een helling geparkeerd.
- (Met dodehoekmonitor (BSM) OFF schakelaar)
Het systeem functioneert direct na het indrukken van de
dodehoekmonitor (BSM) OFF
schakelaar.
(Zonder dodehoekmonitor (BSM) OFF schakelaar) Direct nadat het dodehoekmonitorsysteem (BSM) in werking is gesteld.
- In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn de dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingsindicatielampjes die op de portierspiegels zijn aangebracht te zien branden/knipperen.
- De portierspiegels zijn bedekt met sneeuw of ijs.
- Wanneer de voorportierruit beslagen is of bedekt is met sneeuw, ijs of modder.
- Schakel het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) uit wanneer u een aanhanger trekt of wanneer u hulpuitrusting zoals een fietsdrager aan de achterzijde van de auto hebt geïnstalleerd. Anders zullen de radiogolven die door de radar worden uitgezonden geblokkeerd raken waardoor het systeem niet meer normaal zal functioneren.
Zie ook:
KIA Rio. Parkeerhulp achter
De parkeerhulp waarschuwt de
bestuurder tijdens het achteruitrijden met
een signaal zodra de afstand tussen de
auto en een voorwerp achter de auto
minder dan 120 cm wordt.
Het systeem dient ...
Mazda 2. Informatie betreffende de turbolader
(SKYACTIV-D 1.5)
OPGELET
Na het rijden op de snelweg of na een lange rit bergop, de motor
tenminste
30 seconden stationair laten draaien alvorens deze stop te zetten.
Anders bestaat
de kans op besc ...