Auto's:

KIA Rio: Rijden met een aanhanger - Rijden met uw auto - KIA Rio - InstructieboekjeKIA Rio: Rijden met een aanhanger

Stel u voordat u met uw auto een aanhanger gaat trekken eerst op de hoogte van de wettelijke voorschriften.

Dat is noodzakelijk omdat de voorschriften met betrekking tot de aanhanger, de auto en dergelijke per land kunnen verschillen.We adviseren u contact op te nemen met een officiële Kia-dealer.

WAARSCHUWING - Rijden met een aanhanger Bij verkeerd gebruik van de aanhanger kunt u de controle over de auto verliezen. Als de aanhanger bijvoorbeeld te zwaar beladen is, kunnen de remmen niet goed of zelfs helemaal niet werken. U en uw passagiers kunnen in dat geval ernstig letsel oplopen. Ga alleen rijden met een aanhanger als u de volgende aanwijzingen hebt opgevolgd.

 

WAARSCHUWING - Maximale gewichten Zorg er voordat u gaat rijden met een aanhanger voor dat u het maximale totale aanhangergewicht, het maximaal toelaatbare totaalgewicht, het maximaal toelaatbare voertuiggewicht en de maximale kogeldruk niet overschrijdt.

 

AANWIJZING

  • De technisch toegestane maximale belasting van de achteras(sen) mag met niet meer dan 15% worden overschreden en het technisch toegestane maximale laadgewicht van de auto mag met niet meer dan 10% of 100 kg worden overschreden, de laagste waarde is van toepassing. In dit geval dient u niet harder te rijden dan 100 km/h met een auto van de categorie M1 of 80 km/h met een auto van de categorie N1.
  • Wanneer de auto een aanhanger trekt, wordt de maximale belasting van de banden door de toegenomen kogeldruk mogelijk overschreden, maar nooit met meer dan 15%. Rijd in dat geval niet harder dan 100 km/h en verhoog de bandenspanning achter met ten minste 20 kPa (0,2 bar) ten opzichte van de voorgeschreven bandenspanning voor normaal gebruik (d.w.z. zonder aangekoppelde aanhanger).

 

OPMERKING Bij verkeerd gebruik van een aanhanger kan uw auto beschadigd raken, waardoor dure reparaties nodig zijn die niet onder de garantie vallen. Houd u aan de volgende regels bij het rijden met een aanhanger.

Uw auto is geschikt om met een aanhanger te rijden. Raadpleeg de informatie onder “Aanhangwagengewicht” verderop in dit hoofdstuk om te bepalen hoe zwaar de aanhanger maximaal mag zijn.

Let op dat rijden met een aanhanger anders is dan rijden zonder aanhanger.

Bij rijden met een aanhanger is de besturing anders en nemen slijtage en brandstofverbruik toe.Voor goed en veilig rijden met een aanhanger is het belangrijk dat de aanhanger technisch in orde is en op de juiste manier aan de auto is gekoppeld.

In dit hoofdstuk worden een aantal belangrijke aanwijzingen en veiligheidsregels genoemd. Veel van deze hebben betrekking op uw eigen veiligheid en die van uw passagiers.

Lees dit hoofdstuk daarom zorgvuldig door voordat u gaat rijden met een aanhanger.

Bepaalde onderdelen, zoals de motor, de transmissie en de banden, worden door het getrokken extra gewicht zwaarder belast. De motor moet wat meer toeren maken en moet meer vermogen leveren.

Hierdoor neemt ook de warmteontwikkeling toe. De aanhanger zorgt bovendien voor een hogere luchtweerstand, waardoor de belasting nog verder toeneemt.

Rijden met een aanhanger

AANWIJZING - Locatie trekhaakbevestigingspunten De bevestigingsgaten voor een trekhaak bevinden zich in de bodemplaat achter de achterwielen.

Trekhaken

Een goede trekhaak is zéér belangrijk.

Zijwind, rukwinden door passerende vrachtwagens en hobbelige wegen vormen een zware belasting voor de trekhaak. Neem de volgende regels in acht:

Losbreekvoorziening

Bevestig altijd een stalen kabel of ketting tussen de aanhanger en de auto. Laat de kabel onder de koppeling doorlopen, zodat bij het losraken van de originele koppeling de dissel de grond niet kan raken.

Mogelijk worden door de fabrikant van de trekhaak of aanhanger ook instructies met betrekking tot de losbreekvoorziening geleverd. Volg de instructies van de fabrikant altijd op bij het bevestigen van een losbreekvoorziening.

Bevestig de kabel of ketting niet te strak, zodat de aanhanger vrij kan bewegen in bochten. Laat de kabel of ketting niet over de grond slepen.

Remsysteem aanhanger

Controleer of uw aanhanger voldoet aan de wettelijke voorschriften als uw aanhanger is uitgerust met een remsysteem.

Als uw aanhanger zwaarder is dan het maximaal toegestane ongeremde aanhangergewicht, moet de aanhanger zijn voorzien van een eigen, goed werkend remsysteem. Volg de instructies van de fabrikant voor het gebruiken, afstellen en onderhouden van het remsysteem van de aanhanger.

WAARSCHUWING - Remsysteem aanhanger Ga niet rijden met een aanhanger met eigen remsysteem voordat dit systeem goed is afgesteld.Voor het afstellen is specifieke vakkennis benodigd. Laat dit daarom uitvoeren bij een gespecialiseerd bedrijf.

Rijden met een aanhanger

Voor het rijden met een aanhanger is enige ervaring vereist. Ga, voordat u zich op de openbare weg begeeft, eerst oefenen met het rijden met een aanhanger. Probeer vertrouwd te raken met het gewijzigde stuur- en remgedrag.

Houd altijd in gedachten dat de auto met aanhanger langer is en minder snel reageert.

Controleer voordat u gaat rijden de bevestiging van de koppeling en de losbreekvoorziening, de elektrische aansluiting, de verlichting, de banden en de afstelling van de spiegels. Als de aanhanger is voorzien van elektrische remmen, controleer dan de remmen door langzaam te gaan rijden met de aanhanger en de remmen handmatig te bekrachtigen. Dit is tevens een goede controle van de elektrische aansluiting.

Controleer tijdens het rijden af en toe of de lading nog goed vastzit en of de verlichting en de remmen nog werken.

Afstand tot voorganger

Houd tenminste tweemaal zo veel afstand als tijdens het rijden zonder aanhanger. Hierdoor kunt u plotselinge remacties en uitwijkmanoeuvres voorkomen.

Inhalen

Het inhalen met een aanhanger neemt meer tijd in beslag. Bovendien moet u door de extra lengte de in te halen auto verder voorbij voordat u weer terug kunt keren naar de oorspronkelijke rijbaan.

Achteruitrijden

Houd het stuurwiel aan de onderzijde vast met één hand. Beweeg uw hand naar links om de aanhanger naar links te laten gaan. Beweeg uw hand naar rechts om de aanhanger naar rechts te laten gaan. Rijd altijd langzaam achteruit en laat u indien mogelijk door iemand anders begeleiden

Rijden in bochten

Rijd met een aanhanger ruimer door bochten dan normaal. Anders kan de aanhanger te veel naar binnen komen en stoepranden, verkeersborden, bomen enz. raken. Voorkom schokkerige en plotselinge manoeuvres. Geen ruim van tevoren richting aan.

Richtingaanwijzers aanhanger

De aanhanger dient te zijn voorzien van richtingaanwijzers. Als u de richtingaanwijzers inschakelt, gaan de groene pijlen in het instrumentenpaneel knipperen. De richtingaanwijzers van de aanhanger dienen gelijktijdig mee te knipperen.

Ook als de richtingaanwijzers van de aanhanger niet werken, zullen de groene pijlen in het instrumentenpaneel knipperen. Zodoende kunt u denken dat achteropkomende bestuurders zien dat u richting aangeeft, terwijl dit niet het geval is. Daarom is het belangrijk om af en toe te controleren of de richtingaanwijzers van de aanhanger nog werken.

Controleer steeds na het opnieuw aankoppelen van de aanhanger of de verlichting en de richtingaanwijzers werken.

Sluit de verlichting van de aanhanger niet rechtstreeks aan op de verlichting van de auto. Gebruik hiervoor speciale goedgekeurde bedrading.

We adviseren u voor het plaatsen van de bedrading contact op te nemen met een officiële Kia-dealer.

WAARSCHUWING Het gebruik van niet goedgekeurde bedrading kan schade aan het elektrisch systeem van de auto en/of persoonlijk letsel veroorzaken.

Is het niet anders mogelijk dan de auto op een helling te parkeren, doe dit dan als volgt:

  1. Zet de auto op de parkeerplaats.Draai het stuurwiel in de richting van de stoeprand (rechtsom als u parkeert op een aflopende helling, linksom op een stijgende helling).
  2. Als de auto een handgeschakelde versnellingsbak heeft, zet u deze in de vrijstand. Als de auto een automatische versnellingsbak heeft, zet u deze in de stand P (parkeren).
  3. Trek de parkeerrem aan en sluit de auto af.
  4. Plaats blokken voor de wielen van de aanhanger in de richting van de aflopende helling.
  5. Start de auto, houd de rem ingetrapt, schakel in de vrijstand, zet de parkeerrem los en laat het rempedaal langzaam opkomen tot de blokken het gewicht van de aanhanger tegenhouden.
  6. Trap het rempedaal weer in, trek de parkeerrem weer aan en zet de versnelling in de stand R (achteruit) bij een handgeschakelde versnellingsbak en in de stand P (parkeren) bij een automatische versnellingsbak.
  7. Zet de motor af en laat het rempedaal los, maar laat de parkeerrem aangetrokken blijven.
WAARSCHUWING - Parkeerrem Stap niet uit voordat de parkeerrem goed is aangetrokken.

Als u de motor laat draaien, kan de auto plotseling in beweging komen.

Uzelf of andere mensen kunnen hierdoor ernstig letsel oplopen.

Wegrijden op een helling

  1. Zet de handgeschakelde transmissie in de vrijstand of de automatische transmissie in stand P, houd het rempedaal ingetrapt en:
    • Start de motor.
    • Zet de transmissie in de eerste versnelling of in stand D.
    • Ontgrendel de parkeerrem.
  2. Laat het rempedaal langzaam los
  3. Rijd langzaam vooruit tot de aanhanger los komt van de blokken.
  4. Stop en laat de blokken door iemand oprapen en opbergen.

Onderhoud bij het rijden met een aanhanger

Uw auto heeft vaker onderhoud nodig wanneer u regelmatig met een aanhanger rijdt. Belangrijke zaken die speciale aandacht verdienen zijn: de motorolie, de automatische-transmissievloeistof, de smering van de aandrijfassen en de koelvloeistof. De toestand van de remmen moet ook regelmatig gecontroleerd worden. Alle zaken staan in dit instructieboekje beschreven. De index is hierbij een handig hulpmiddel. Het is verstandig deze gedeeltes te lezen voordat u met een aanhanger op pad gaat.

Vergeet ook niet de aanhanger en de trekhaak te onderhouden. Volg het onderhoudsschema van de aanhanger en controleer de aanhanger regelmatig.

Voer de controle bij voorkeur ieder keer uit wanneer u gaat rijden. Het is van het grootste belang dat de trekhaakmoeren en -bouten vastzitten.

OPMERKING

  • Vanwege de hogere belasting tijdens het rijden met een aanhanger, kan bij warm weer of bij bergop rijden de motor oververhit raken. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat de motor oververhit dreigt te raken, schakel dan de airconditioning uit en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand om de motor af te laten koelen.
  • Als met de auto een aanhanger getrokken wordt, moet de transmissievloeistof vaker worden gecontroleerd.
  • Als uw auto niet is uitgerust met een airconditioning, moet u een extra ventilator laten monteren om de koeling van de motor te optimaliseren als u een aanhanger trekt.

Als u gaat rijden met een aanhanger

Let op de volgende punten als u gaat rijden met een aanhanger:

Onderwerp Benzin 1.0 T-GDI Benzin 1.2 MPI Benzin 1.4 MPI Diesel 1.4
5M/T 6M/T 5M/T 6M/T 4A/T 6M/T
Maximaal aanhangerge wicht kg (Ibs.) Ongeremd 450 (992) 450 (992) 450 (992) 450 (992) 450 (992) 450 (992)
Geremd 1000 (2204) 1110 (2447) 910 (2006) 1000 (2204) 800 (1763) 1110 (2447)
Maximale kogeldruk kg (Ibs.) 75 (165)
Aanbevolen afstand hart achterwiel - kogel mm (inch) 600 (24)

M/T : Handgeschakeld

A/T : Automaat

Gewicht van de aanhanger

Rijden met een aanhanger

A : Kogeldruk

B : Totaal aanhangergewicht

Wat is het maximale aanhangwagengewicht? Hij mag nooit meer wegen dan het maximale aanhangergewicht voor een geremde aanhanger. Maar dit kan al te zwaar zijn.

Dat hangt af van de manier waarop de aanhanger wordt gebruikt. Zo zijn onder andere de rijsnelheid, de hoogte, hellingshoek, buitentemperatuur en ervaring belangrijke factoren. Het maximale aanhangergewicht is ook afhankelijk van eventuele voorzieningen die op de auto zijn aangebracht.

Kogeldruk

Rijden met een aanhanger

A : Maximale asbelasting

B : Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht

Bij het trekken van een aanhanger zijn de kogeldruk en het maximaal toelaatbaar totaalgewicht van belang. Onder het totaalgewicht worden gerekend het ledig gewicht van de auto plus het gewicht van de belading en de inzittenden. Bij het trekken van een aanhanger dient bovendien het gewicht van de aanhanger hierbij worden opgeteld.

De kogeldruk mag maximaal 10% van het totale aanhangergewicht bedragen.

Controleer na het beladen van de aanhanger of de kogeldruk in orde is. Als dat niet het geval is, kan deze worden aangepast door de belading van de aanhanger anders te verdelen.

WAARSCHUWING - Aanhanger

  • Zorg ervoor dat de aanhanger aan de voorzijde altijd zwaarder is dan aan de achterzijde. De verhouding tussen de belading voor en achter dient ongeveer 60/40 te zijn.
  • Belaad de aanhanger niet zwaarder dan volgens de fabrikant van de aanhanger c.q. trekhaak is toegestaan. Een verkeerde belading kan beschadiging van de auto en/of persoonlijk letsel tot gevolg hebben. Controleer het aanhangergewicht met een geschikte weegschaal of op een weegbrug.
  • Door een verkeerde belading van de aanhanger bestaat de kans dat u de controle over de auto verliest.
Zie ook:

Skoda Fabia. Algemene aanwijzingen
Inleiding voor het onderwerp ATTENTIE De hulpsystemen dienen alleen als ondersteuning en ontslaan de bestuurder niet van de verantwoording voor het bedienen van de wagen. De ve ...

Opel Corsa. Binnenverlichting
Regelbare instrumentenverlichting Wanneer de rijverlichting aanstaat, kunt u de lichtsterkte van de volgende lampen regelen: instrumentenverlichting plafondverlichting Info-Display ...

Auto's: