KIA Rio: Controlesysteem lage bandenspanning (TPMS)
Waarschuwingslampje lage bandenspanning (1) / TPMS SET-schakelaar (2)
■ Overzicht systeem
Het controlesysteem lage bandenspanning (TPMS) neemt een verandering in de draaicirkel van de band waar. Als de bandenspanning tot onder de aanbevolen spanning daalt, gaat het waarschuwingslampje branden.
Om het systeem goed te laten werken, is de bestuurder verantwoordelijk voor het instellen van het systeem door nauwkeurig de procedures te volgen en de huidige bandenspanning in te stellen.
Het waarschuwingslampje in het instrumentenpaneel gaat branden wanneer één of meerdere banden na het instellen van het TPMS een te lage bandenspanning heeft.
Het waarschuwingslampje gaat ook branden om de bestuurder te wijzen op een systeemstoring.
Raadpleeg bovenstaande afbeelding (1) voor meer informatie.
TPMS-instelling
De bestuurder kan het TPMS als volgt instellen:
- Alle banden oppompen tot de aanbevolen spanning
- De motor starten, zorgen dat het voertuig niet beweegt en langer dan 3 seconden op de TPMSschakelaar (2) links van de bestuurdersstoel drukken.
- Nagaan of het () waarschuwingslampje 4 seconden knippert.
4) Nagaan of de volgende melding op het instrumentenpaneel verschijnt (indien van toepassing).
❈ Als het waarschuwingslampje niet knippert of de melding niet verschijnt, voert u de procedure opnieuw uit vanaf 2).
Raadpleeg voor de aanbevolen bandspanning van dit voertuig hoofdstuk 9 "Banden en wielen" of het bandspanningslabel op het bestuurdersportier.
Om het TPMS goed te laten werken, moet de bestuurder het systeem instellen in de volgende situaties.
❈ Situatie waarin het instellen van het TPMS nodig is
- Als de band of het wiel gerepareerd of vervangen wordt
- Als de band of het wiel teruggeplaatst wordt.
- Als de bandenspanning aangepast wordt.
- Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning brandt
- Als de vering of de ABS vervangen is.
OPMERKING Als het systeem ingesteld wordt zonder de bandenspanning aan te passen, wordt er mogelijk een vals alarm gegeven of het waarschuwingslampje niet weergegeven, zelfs als de bandspanning aanzienlijk te laag is. Zorg ervoor dat bij het instellen alle banden goed zijn aangepast aan de aanbevolen spanning. Als het systeem zelfs niet ingesteld wordt in situaties die dat vereisen, wordt er mogelijk een vals alarm gegeven of het waarschuwingslampje niet weergegeven, zelfs als de bandspanning aanzienlijk te laag is. Het systeem wordt niet ingesteld als u de SET-schakelaar (2) indrukt tijdens het rijden. Zorg ervoor dat het voertuig stilstaat en druk langer dan 3 seconden op de schakelaar (2).
|
Waarschuwing te lage bandenspanning
Het () waarschuwingslampje gaat branden wanneer vastgesteld is dat er een band is met een te lage spanning.
Bij bepaalde typen wordt bovenstaande melding op het instrumentenpaneel weergegeven.
Als het waarschuwingslampje gaat branden, moet u vaart minderen, scherpe bochten vermijden en niet snel remmen.We adviseren u contact op te nemen met een officiële Kia-dealer.
Controleer de spanning van alle banden na en breng ze volgens de procedures op de juiste spanning en vervang of repareer de banden indien nodig.
Als u geen servicestation in de buurt kunt bereiken, zet het voertuig dan stil op een veilige plek, kijk alle banden na en start de instellingsprocedure van het TPMS. Als u de bandenspanning niet kunt aanpassen, gebruikt u het reparatiegereedschap om te repareren of verwisselt u de band.
Ook raden we u aan contact op te nemen met een officiële Kia-dealer.
Mogelijk kunt de te lage bandenspanning niet met eigen ogen vaststellen. Gebruik precisiegereedschap om de bandenspanning te meten en aan te passen.
Denk eraan dat een band door langdurig rijden warm is en daardoor een hoge spanning zal hebben. We raden u aan de bandenspanning te meten en aan te passen nadat het voertuig in drie uur tijd minder dan 1,6 km heeft gereden.
OPMERKING
|
WAARSCHUWING
|
Storing in TPMS (controlesysteem lage bandenspanning)
Het controlelampje storing TPMS gaat branden () nadat het ongeveer 1 minuut heeft geknipperd wanneer er een probleem is met het controlesysteem lage bandenspanning (TPMS). Elke keer dat de auto wordt gestart, blijft deze volgorde optreden, zolang de storing aanwezig is.
Als het lampje zelfs blijft branden of gaat branden na het instellen van het TPMS, raden we u aan contact op te nemen met een officiële Kia-dealer.
WAARSCHUWING
|
WAARSCHUWING - EUROPA Voer geen wijzigingen door aan de auto. Deze kunnen de TPMSfunctie beïnvloeden. ❈ Alle gedurende de onderstaande periode op de EUROPESE markt verkochte auto's moeten zijn voorzien van het TPMS.
|
Referentie: Status controlelampjes
Status | Symbool |
Lage spanning | |
Storing in het systeem | Gaat na het knipperen branden (60 seconden) |
Instelling | Dooft na het knipperen (4 seconden) |
Zie ook:
Fiat Punto. Achterruitwisser/ -sproeier
Inschakelen
Zet de draaischakelaar van stand O
naar stand om de achterruitwisser
als volgt in te schakelen:
wissen met interval wanneer de
ruitenwissers voor niet werken;
synchroon wissen ( ...
Skoda Fabia. Vermoeidheidsherkenningsassistent
De vermoeidheidsherkenningsassistent (hierna systeem) adviseert de bestuurder
een rustpauze in te lassen, als op basis van het stuurgedrag
vermoeidheidsverschijnselen
bij de bestuurder worden he ...