Auto's:

KIA Rio: Bediening handgeschakelde transmissie - Handgeschakelde transmissie - Rijden met uw auto - KIA Rio - InstructieboekjeKIA Rio: Bediening handgeschakelde transmissie

Handgeschakelde transmissie

De handgeschakelde transmissie 5 (of 6) versnellingen vooruit.

Het schakelpatroon is aangebracht in de pookknop. Alle vooruitversnellingen zijn volledig gesynchroniseerd zodat het schakelen naar een hogere of lagere versnelling soepel verloopt.

Trap het koppelingspedaal tijdens het schakelen geheel in en laat het langzaam opkomen.

Wanneer uw auto is uitgerust met een startknop, kunt u de motor niet starten zonder het koppelingspedaal in te trappen. (indien van toepassing)

Voordat de achteruitversnelling kan worden ingeschakeld, moet de selectiehendel eerst in de vrijstand worden gezet.

Druk op de toets direct onder de selectiehendelknop, trek de selectiehendel voldoende naar links en schakel de achteruitversnelling (R) in.

Zorg ervoor dat de auto volledig tot stilstand is gekomen voordat de achteruit wordt ingeschakeld.

Laat de motor nooit met een toerental draaien dat in het rode gebied van de toerenteller ligt.

OPMERKING

  • Bij het terugschakelen van de vijfde naar de vierde versnelling moet erop worden gelet dat de versnellingspook niet zo ver opzij wordt gedrukt dat per ongeluk de tweede versnelling wordt ingeschakeld. Hierdoor zou het motortoerental zo hoog kunnen oplopen dat de naald van de toerenteller in het rode gebied terecht zou kunnen komen.

    Dergelijke hoge toerentallen kunnen ernstige motorschade veroorzaken.

  • Schakel niet meer dan 2 versnellingen tegelijk terug en schakel niet terug als de motor met een hoog toerental draait (5.000 omw/min of meer).

    Terugschakelen onder dergelijke omstandigheden kan schade aan de motor, de koppeling en de transmissie veroorzaken.

  • Bij het schakelen tussen de 5e en 6e versnelling moet u de versnellingspook altijd helemaal naar rechts drukken. Als u dat niet doet kunt u per ongeluk de 3e of 4e versnelling inschakelen, waardoor schade aan de transmissie kan ontstaan.

OPMERKING

  • Laat, om vroegtijdige slijtage en beschadiging van de koppeling te voorkomen, uw voet tijdens het rijden niet op het koppelingspedaal rusten. Gebruik de koppeling ook niet om de auto stil te laten staan op een helling (bijvoorbeeld bij een verkeerslicht, enz.).
  • Laat tijdens het rijden uw hand niet op de versnellingspook rusten omdat hierdoor voortijdige slijtage aan de schakelvorken in de transmissie op kan treden.
  • Rijd, om mogelijke schade aan het koppelingssysteem te voorkomen, niet weg in de 2e (tweede) versnelling, tenzij u wegrijdt vanuit stilstand op een gladde weg.

 

WAARSCHUWING

  • Trek altijd de parkeerrem stevig aan en zet de motor af alvorens de auto te verlaten. Zet de transmissie vervolgens in de 1e versnelling als de auto op een vlakke ondergrond of opwaartse helling staat, of schakel de achteruitversnelling in als de auto op een neerwaartse helling staat. Als deze voorzorgsmaatregelen niet worden opgevolgd kan de auto onverwacht en plotseling in beweging komen.
  • Rem op een glad wegdek niet snel af op de motor (schakelen vanuit een hoge naar een lage versnelling).

    Anders kan de auto in een slip raken en een ongeval veroorzaken.

Bedienen van de koppeling

Het koppelingspedaal moet geheel worden ingetrapt alvorens de versnellingspook te verplaatsen en moet daarna weer langzaam worden losgelaten. Het koppelingspedaal moet tijdens het rijden altijd geheel zijn losgelaten. Laat tijdens het rijden uw voet niet op het koppelingspedaal rusten. Dat veroorzaakt onnodige slijtage. Laat de koppeling ook niet gedeeltelijk in aangrijping komen om de auto op een helling op zijn plaats te houden. Dat veroorzaakt onnodige slijtage. Gebruik de voetrem of de parkeerrem om de auto op een helling op zijn plaats te houden.

Trap het koppelingspedaal niet herhaaldelijk snel achter elkaar in.

Trap het koppelingspedaal volledig in om het koppelingspedaal te bedienen. Indien u de koppeling niet volledig intrapt, kan de koppeling lawaai maken of beschadigd raken.

OPMERKING Trap het koppelingspedaal volledig in om het koppelings-pedaal te bedienen. Indien u de koppeling niet volledig intrapt, kan de koppeling lawaai maken of beschadigd raken.

Terugschakelen

Schakel in druk verkeer of bij het oprijden van een steile helling terug voordat de motor te hard moet werken. Door terug te schakelen wordt de kans op afslaan beperkt en kan beter worden geaccelereerd wanneer u uw snelheid weer op moet voeren. Als de auto op een steile helling naar beneden rijdt, kan door terug te schakelen een veilige snelheid worden gehandhaafd en wordt bovendien de levensduur van de remmen verlengd.

Zie ook:

Renault Clio. Brandstoftank
Bruikbare inhoud van de tank: ongeveer 45 liter . Afhankelijk van de auto heeft de motor 0,9 TCe een tank met een bruikbare inhoud van ongeveer 40 of 45 liter. Open het klepje A met een v ...

Renault Clio. Storingen
Onderstaande aanwijzingen helpen u eventuele storingen snel, maar voorlopig, te verhelpen. Laat de auto echter wel zo spoedig mogelijk door een merkdealer nakijken. Gebruik van de RENAULT ...

Auto's: