KIA Rio: Alarm ingeschakeld
Met de Smart Key
Parkeer de auto en zet de motor uit.
Schakel het alarm in zoals hieronder beschreven is.
- Zet de motor uit.
- Controleer of alle portieren (de achterklep) en de motorkap goed zijn gesloten.
- • Vergrendel de portieren door de toets van de portiergreep aan de buitenzijde van het voorportier in te drukken met de Smart Key in uw bezit.
Na het voltooien van bovenstaande stappen knipperen de alarmknipperlichten eenmaal om aan te geven dat het alarm is ingeschakeld.
Als er nog een portier geopend is, zullen de portieren niet vergrendelen en klinkt de zoemer gedurende 3 seconden. Sluit het portier en probeer de portieren opnieuw te vergrendelen.
Als de achterklep of de motorkap open is, werken de alarmknipperlichten niet en schakelt het antidiefstalsysteem niet in.
Als hierna de achterklep en de motorkap zijn gesloten, knipperen de alarmknipperlichten eenmaal.
- Vergrendel de portieren door op de
vergrendeltoets van de Smart Key te
drukken.
Na het voltooien van bovenstaande stappen knipperen de alarmknipperlichten eenmaal om aan te geven dat het alarm is ingeschakeld.
Als een portier (en de achterklep) of de motorkap open is, werken de alarmknipperlichten niet en schakelt het antidiefstalsysteem niet in. Als hierna alle portieren (en de achterklep) en de motorkap zijn gesloten, knipperen de alarmknipperlichten eenmaal.
Met de afstandsbediening
Parkeer de auto en zet de motor uit.
Schakel het alarm in zoals hieronder beschreven is.
- Zet de motor uit en verwijder de contactsleutel uit het contactslot.
- Controleer of alle portieren (en de achterklep) en de motorkap goed zijn gesloten.
- Vergrendel de portieren door op de
vergrendeltoets van de
afstandsbediening te drukken.
Na het voltooien van bovenstaande stappen knipperen de alarmknipperlichten eenmaal om aan te geven dat het alarm is ingeschakeld.
Als een portier (en de achterklep) of de motorkap open is, werken de alarmknipperlichten niet en schakelt het antidiefstalsysteem niet in. Als hierna alle portieren (en de achterklep) en de motorkap zijn gesloten, knipperen de alarmknipperlichten eenmaal.
- Schakel het alarm pas in als alle
passagiers de auto hebben verlaten.
Als het alarm wordt ingeschakeld terwijl er nog iemand in de auto zit, wordt het alarm geactiveerd als diegene de auto verlaat. Als binnen 30 seconden na het inschakelen van het alarm een portier, de achterklep of de motorkap wordt geopend, wordt het systeem uitgeschakeld om onnodig activeren van het alarm te voorkomen.
Alarm geactiveerd
Het alarm wordt geactiveerd als een van de volgende situaties zich voordoet terwijl het alarm is ingeschakeld.
- Een portier wordt geopend zonder de afstandsbediening (of Smart Key).
- De achterklep wordt geopend zonder de afstandsbediening (of Smart Key).
- Als de motorkap wordt geopend.
De claxon klinkt en de alarmknipperlichten knipperen continu gedurende ongeveer 30 seconden. Het alarm kan worden uitgeschakeld door de portieren te ontgrendelen met de afstandsbediening (of Smart Key).
Zie ook:
Toyota Yaris. Uitschakelen en hervatten van de snelheidsbegrenzer
Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsbegrenzer
uitgeschakeld.
Als u de hendel omhoog duwt,
wordt de snelheidsbegrenzer
hervat.
■Overschrijden van de ingestelde ...
Mazda 2. Voorruitensproeier
Voor het sproeien van sproeiervloeistof de
hendel naar u toe trekken en vasthouden.
OPMERKING
Als de voorruitensproeier wordt
gebruikt terwijl de voorruitenwissers
niet zijn ingeschakel ...