Fiat Punto: Starten met hulpaccu
Als de accu leeg is, kan de motor gestart worden met startkabels en de accu van een ander voertuig, of met een hulpaccu.
BELANGRIJK
Bij gebruik van hulpaccu dient men zich te houden aan de instructies voor gebruik en de voorzorgsmaatregelen die zijn aangegeven door de fabrikant.
Gebruik geen hulpaccu of enige andere externe voedingsbron met een spanning hoger dan 12 V: de accu, de startmotor, de dynamo en het elektrische systeem van het voertuig kunnen hierdoor worden beschadigd.
Probeer niet te starten met een hulpaccu als de accu bevroren is. De accu kan kapot gaan en ontploffen!
VOORBEREIDEN VAN STARTEN MET HULPACCU
BELANGRIJK De plusklem (+) van de accu is voorzien van een beschermkap.
Til de afschermkap op om toegang te krijgen tot de plusklem.
Ga als volgt te werk:
- trek de handrem aan, zet de pook van de Dualogic versnellingsbak in stand P (Parkeren) of, voor versies met handgeschakelde versnellingsbak, in de vrijstand en draai de contactsleutel naar STOP. Schakel alle andere elektrische apparaten in het voertuig uit;
- als een ander voertuig klaar is voor een noodstart, parkeer dan het voertuig binnen het bereik van de te gebruiken startkabels, trek de handrem aan en zorg ervoor dat het contactslot is uitgeschakeld.
BELANGRIJK Vermijd contact tussen beide voertuigen, dit kan immers een massaverbinding veroorzaken wat tot ernstig letsel aan mensen in de buurt kan leiden.
PROCEDURE STARTEN MET EEN HULPACCU
BELANGRIJK Het verkeerd uitvoeren van onderstaande procedure kan leiden tot ernstige letsel bij mensen of schade aan het laadsysteem van één of beide voertuigen. Volg de onderstaande instructies nauwkeurig op.
Kabels aansluiten Ga als volgt te werk om de auto te starten met een hulpaccu:
- sluit een uiteinde van de pluskabel (+) aan op de plusklem (+) van het voertuig met de lege accu;
- sluit het andere uiteinde van de pluskabel (+) aan op de plusklem (+) van de hulpaccu;
- sluit een uiteinde van de minkabel (-) aan op de minklem (-) van de hulpaccu;
- Sluit het andere uiteinde van de minkabel (-) aan op de massa op de motor (het zichtbare metalen deel van de motor van het voertuig met lege accu) uit de buurt van de accu en het inspuitsysteem;
- start de motor van het voertuig met de hulpaccu, laat de motor enkele minuten stationair draaien. Start de motor van het voertuig met lege accu.
Kabels loskoppelen
Verwijder, nadat de motor gestart is, de kabels als volgt:
- koppel het uiteinde van de minkabel (-) los van de massa op de motor van het voertuig met de lege accu;
- koppel het andere uiteinde van de minkabel (-) los van de minklem (-) van de hulpaccu;
- koppel het uiteinde van de pluskabel (+) los van de plusklem (+) van de hulpaccu;
- sluit een uiteinde van de pluskabel
(+) af van de plusklem (+) van het
voertuig met de lege accu.
Als het vaak nodig is om een noodstart uit te voeren, laat de accu en het laadsysteem van het voertuig dan controleren door het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK Alle accessoires (bijv.mobiele telefoons, enz.) aangesloten op de stopcontacten van het voertuig verbruiken stroom, ook als ze niet worden gebruikt. Als deze apparaten te lang bij afgezette motor aangesloten blijven, kan de accu leeglopen met vermindering van de levensduur van de accu en/of startproblemen tot gevolg.
Deze procedure moet uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel aangezien onjuiste handelingen kunnen leiden tot zeer sterke elektrische ontladingen. Bovendien is accuvloeistof giftig en corrosief: vermijd contact met huid en ogen. Houd open vuur uit de buurt van de accu. Rook niet. Veroorzaak geen vonken.
Verwijder alle metalen voorwerpen (bijv. ringen, horloges, armbanden), die zouden kunnen leiden tot een onbedoeld elektrisch contact en daardoor ernstig letsel.
Verbind de startkabel niet met de minpool (-) van de lege accu. De afgegeven vonk kan explosie van de accu tot gevolg hebben en ernstige schade veroorzaken. Gebruik alleen het specifieke massapunt; gebruik geen andere blootgestelde metalen onderdelen.
Gebruik nooit een accusnellader om de motor te starten, aangezien deze de elektronische systemen kan beschadigen, met name de regeleenheden van de ontsteking en de brandstoftoevoer.
Zie ook:
Renault Clio. Bedieningsorganen links stuur
De aanwezigheid van de hierna beschreven uitrusting IS AFHANKELIJK VAN DE
UITVOERING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
Zijrooster.
Schakelaar voor:
- richtingaanwijzer;
- verlichting;
- m ...
Renault Clio. Brandstoftank
Bruikbare inhoud van de tank: ongeveer
45 liter .
Afhankelijk van de auto heeft de motor
0,9 TCe een tank met een bruikbare inhoud
van ongeveer 40 of 45 liter.
Open het klepje A met een v ...