Fiat Punto: Geschiktheid van passagiersstoelen voor gebruik van isofix-kinderzitjes
In de onderstaande tabel worden in overeenstemming met de Europese norm ECE 16 de verschillende montagemogelijkheden getoond voor ISOFIX kinderzitjes op stoelen die zijn uitgerust met speciale verankeringen.
IL = geschikt voor Isofix-kinderzitjes die getest zijn voor dit type voertuig.
IL (*) = geschikt voor Isofix-kinderzitjes die getest zijn voor dit type voertuig. Het zitje kan gemonteerd worden door de voorstoel naar voren te schuiven.
IUF = geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd moeten worden en die goedgekeurd zijn voor de specifieke gewichtsgroep.
Belangrijke aanbevelingen voor het veilig vervoeren van kinderen
- Monteer de kinderzitjes op de achterbank, omdat die plaats bij een ongeval de meeste bescherming biedt.
- Houd kinderen zo lang mogelijk in kinderzitjes die tegen de rijrichting in gemonteerd zijn, tot ze 3-4 jaar zijn.
- Indien een kinderzitje tegen de rijrichting in op de achterbank is gemonteerd, dan is het raadzaam om het kinderzitje zo dicht mogelijk tegen de voorstoel aan te monteren.
- Als de passagiersairbag buiten werking is gesteld, controleer dan of het lampje op het dashboard brandt om er zeker van te zijn dat deze airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld.
- Neem de aanwijzingen die de
producent verplicht bij het kinderzitje
moet leveren zorgvuldig in acht.
Bewaar deze aanwijzingen samen met de overige documenten en dit instructieboek in het voertuig. Gebruik geen gebruikte kinderzitjes waarvan de gebruiksaanwijzingen ontbreken.
- Elk kinderzitje is bedoeld voor slechts één kind: vervoer nooit twee kinderen in één zitje.
- Controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het kind loopt.
- Controleer of de gordel goed is vastgemaakt door eraan te trekken.
- Controleer tijdens het rijden of het kind geen verkeerde houding aanneemt of de gordels losmaakt.
- Laat een kind nooit het diagonale gordelgedeelte onder zijn arm of achter zijn rug omleggen.
- Vervoer kinderen nooit op schoot, ook geen pasgeborenen. Niemand is in staat om een kind vast te houden bij een ongeval.
- Als de auto betrokken is geweest bij een aanrijding, vervang het kinderzitje dan door een nieuwe. Bovendien, en afhankelijk van het type kinderzitje dat geïnstalleerd is, moeten de Isofix-verankeringen of de veiligheidsgordel waarmee het kinderzitje vastzat ook worden vervangen.
ZEER GEVAARLIJK Plaats NOOIT een kinderzitje tegen de rijrichting in op de passagiersstoel van auto's met een actieve passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe klein ook, kan de airbag ernstig letsel en zelfs de dood van het kind tot gevolg hebben. Het is raadzaam kinderen altijd in kinderzitjes op de achterbank te vervoeren: bij een ongeval biedt de achterbank de meeste bescherming.
Op de zonneklep is een etiket met symbolen aangebracht dat eraan herinnert dat de airbag verplicht uitgeschakeld moet worden als een tegen de rijrichting in gemonteerd kinderzitje op de voorstoel wordt gemonteerd. Neem altijd de aanwijzingen op de zonneklep in acht (zie de paragraaf "Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) - Airbag").
Mocht het nodig zijn een kind achterstevoren in een kinderzitje op de passagiersstoel te vervoeren, moeten de front- en zijairbags aan de passagierszijde worden uitgeschakeld via het hoofdmenu op het display. Uitschakeling moet worden gecontroleerd via het waarschuwingslampje dat op het centrale deel van het dashboard is gaan branden. Bovendien moet de passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt met het dashboard.
Verplaats de voorste passagiersstoel of de achterbank niet als er een kind op zit of als het kind in een geschikt kinderzitje zit.
Onjuiste montage van het kinderzitje kan ertoe leiden dat het beschermingssysteem inefficiënt wordt. Bij een ongeval kan het kinderzitje loskomen en kan het kind zelfs dodelijk gewond raken. Houd u, bij het monteren van kinderzitjes voor pasgeborenen of kinderen, strikt aan de aanwijzingen van de Fabrikant.
Wanneer het kinderzitje niet in gebruik is, zet het dan vast met de veiligheidsgordel of met de ISOFIXbevestigingen, of verwijder het uit het voertuig. Laat het kinderzitje niet los in het interieur liggen. Zo kan het in geval van abrupt remmen of een ongeval geen letsel bij de inzittenden veroorzaken.
Verplaats de stoel niet als er een kinderzitje is geplaatst: verwijder altijd eerst het kinderzitje alvorens de stoel anders in te stellen.
Zorg er altijd voor dat het borstgedeelte van de veiligheidsgordel niet onder de armen door of achter de rug van het kind langs loopt. Bij een ongeval zal de veiligheidsgordel het kind niet vast kunnen houden, met het risico van zelfs dodelijk letsel. Daarom moet het kind de veiligheidsgordel altijd correct omleggen.
Gebruik één onderste verankeringspunt niet voor de installatie van meer dan één kinderzitje.
Als een universeel ISOFIX-kinderzitje niet aan alle drie de verankeringspunten is vastgemaakt, zal het kinderzitje het kind niet goed kunnen beschermen. In geval van een aanrijding zou het kind ernstig gewond kunnen raken of zelfs kunnen overlijden.
Monteer het kinderzitje alleen bij stilstaande auto. Het kinderzitje is op de juiste wijze aan de beugels bevestigd als de vergrendeling hoorbaar vastklikt. De instructies voor montage, demontage en plaatsing moeten in elk geval worden opgevolgd. De fabrikant van het kinderzitje is verplicht deze instructies bij het kinderzitje te leveren.
Zie ook:
Fiat Punto. Bagageruimte
OPENEN
Van buitenaf openen: druk op knop A
fig. 32 op de achterklep.
Openen met de afstandsbediening:
druk op toets op de
afstandsbediening.
Van binnenuit openen in geval van
nood: om de ac ...
Renault Clio. Functie stop and start
Dit systeem zorgt voor een lager brandstofverbruik
en vermindert de uitstoot van broeikasgassen.
Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de auto begint te
rijden. Tijdens het rijden z ...