Fiat Punto: Belangrijke opmerkingen
Reinig de stoelen niet met water of stoom onder druk (met de hand of in een automatisch wasapparaat).
De front- en/of zijairbags kunnen in werking treden bij heftige botsingen tegen de onderkant van het voertuig (bijv. botsing met treden, trottoirbanden, kuilen of verkeersdrempels, enz.).
Als de airbag geactiveerd wordt, ontsnapt er een kleine hoeveelheid poeder: dit poeder is niet schadelijk en duidt niet op het begin van een brand.
Dit poeder kan echter de huid en ogen irriteren: was ze in dit geval met neutrale zeep en water.
De controle, reparatie en vervanging van de airbags moeten door het Fiat Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Als het voertuig wordt gesloopt, moet het airbagsysteem buiten werking gesteld worden bij een werkplaats van het Fiat Servicenetwerk.
Gordelspanners en airbags worden op verschillende manieren geactiveerd, afhankelijk van het type botsing. Als een of meerdere van deze voorzieningen niet in werking treden, dan duidt dat niet op een storing in het systeem.
Breng geen stickers of andere voorwerpen op het stuurwiel, op het dashboard in de zone van de passagiersairbag, op de zijkant van de dakbekleding en op de stoelen aan. Plaats nooit voorwerpen (bijv. mobiele telefoons) op het dashboard aan passagierszijde, omdat deze het correct openen van de passagiersairbag kunnen hinderen en tevens de inzittenden ernstig kunnen verwonden.
Rijd altijd met de handen op de rand van het stuurwiel zodat de airbag indien nodig ongehinderd opgeblazen kan worden. Rijd niet met voorover gebogen lichaam. Houd de rug goed rechtop tegen de rugleuning gedrukt.
ERNSTIG GEVAAR: Plaats NOOIT een kinderzitje tegen de rijrichting in op de passagiersstoel van auto's met een actieve passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe klein ook, kan de airbag ernstig letsel en zelfs de dood van het kind tot gevolg hebben. Daarom moet de passagiersairbag altijd uitgeschakeld worden als een kinderzitje tegen de rijrichting in gemonteerd wordt op de voorste passagiersstoel. Bovendien moet de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk weer in als het kinderzitje is verwijderd.
Als bij het draaien van de contactsleutel naar de stand MAR, het lampje niet gaat branden of tijdens het rijden blijft branden, dan is er mogelijk een storing in de veiligheidssystemen. In dat geval kunnen de airbags of gordelspanners mogelijk niet in werking treden bij een botsing of, in een zeer beperkt aantal gevallen, per ongeluk in werking treden.
Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
Plaats NOOIT een kinderzitje achterstevoren op de passagiersstoel van auto's met een actieve passagiersairbag.
Bij een ongeval, hoe klein ook, kan de airbag ernstig letsel en zelfs de dood van het kind tot gevolg hebben.
Bedek bij voertuigen met zijairbags de rugleuning van de voorstoelen niet met extra hoezen.
Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de borst en houd niets in de mond (pijp, pen, enz.): deze kunnen ernstig letsel veroorzaken als de airbag in werking treedt.
Laat na diefstal of een poging tot diefstal, vandalisme of overstromingen het airbagsysteem door het Fiat Servicenetwerk controleren.
Als de contactsleutel in stand MAR staat of wanneer de motor is uitgezet, kunnen de airbags ook geactiveerd worden als de auto door een andere auto wordt aangereden. Daarom mag, wanneer de passagiersairbag is ingeschakeld, en ook al staat de auto stil, GEEN tegen de rijrichting in gemonteerd kinderzitje op de voorstoel gemonteerd worden. Als bij een botsing de airbag wordt opgeblazen, kan dit leiden tot ernstig letsel en zelfs tot de dood van het kind. Daarom moet de passagiersairbag altijd uitgeschakeld worden als een kinderzitje tegen de rijrichting in gemonteerd wordt op de voorste passagiersstoel. Bovendien moet de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk weer in als het kinderzitje is verwijderd.
Onthoud tevens dat als de sleutel in de stand STOP staat, bij een ongeval geen enkel veiligheidssysteem (airbags of gordelspanners) geactiveerd wordt. In dat geval duidt de uitgebleven activering niet op een storing van het systeem.
Het lampje van de airbag geeft de status aan van de passagiersbescherming.
Als het lampje uit is, is de bescherming door de passagiersairbag actief: gebruik het Setup Menu om deze airbag uit te schakelen (in dat geval gaat de led branden). Wanneer de motor wordt gestart (sleutel in de stand MAR), brandt het waarschuwingslampje gedurende ongeveer 8 seconden, als ten minste 5 seconden na de vorige uitschakeling zijn verstreken.
Als dit niet het geval is, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk. Als het voertuig binnen 5 seconden opnieuw wordt in-/uitgeschakeld, blijft het waarschuwingslampje uit. Controleer in dit geval de correcte werking van het lampjes: schakel het voertuig uit, wacht minstens 5 seconden en schakel weer in. Het controlelampje kan met verschillende lichtsterkte branden, afhankelijk van de voertuigcondities. De lichtsterkte kan ook tijdens dezelfde sleutelcyclus variëren.
In sommige versies gaat in het geval van een storing van de led (bevindt zich op de plaat van het instrumentenpaneel), het lampje op het instrumentenpaneel branden en worden de airbags aan de passagierszijde uitgeschakeld.
In de eerste seconden nadat de auto is gestart (sleutel in de stand MAR), geeft de LED die gaat branden niet de actuele beschermingsstatus van de passagier weer, maar brandt hij alleen in verband met de controle van de werking.
Na een test van enkele seconden zal de LED de beschermingsstatus van de passagiersairbag aangeven.
De activeringsdrempel van de airbag is hoger dan die van de gordelspanners. Bij aanrijdingen die tussen deze twee drempelwaarden liggen, treden alleen de gordelspanners in werking.
De airbag vervangt niet de veiligheidsgordels, maar verhoogt hun doeltreffendheid. Omdat de frontairbags niet worden geactiveerd bij frontale botsingen bij lage snelheden, zijdelingse botsingen, botsingen achterop en over de kop slaan, worden in deze gevallen de inzittenden uitsluitend door de zijairbags en de veiligheidsgordels beschermd, die dus altijd gedragen moeten worden.
Laat het hoofd, de armen en elbogen nooit rusten op de deuren, de ramen en in het beschermingsgebied van de zij-airbag (Hoofdairbag) om mogelijk letsel tijdens het opblazen te voorkomen.
Hang geen harde voorwerpen aan de kledinghaken of de steunhandgrepen.
Steek nooit het hoofd, de armen of ellebogen uit het raam.
Het knipperende waarschuwingslampje geeft een mogelijke storing van het waarschuwingslampje aan. In dat geval kan het lampje een eventueel probleem met het airbagsysteem misschien niet aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
Zie ook:
Toyota Yaris. Binnenspiegel
De positie van de binnenspiegel kan worden afgesteld zodat
de bestuurder voldoende zicht naar achteren heeft.
Afstellen van de hoogte van de binnenspiegel (auto's met
binnenspiegel met automati ...
Toyota Yaris. Toyota Safety Sense
PCS
Toyota Safety Sense bestaat uit de volgende ondersteunende systemen
en draagt bij aan een veilige en comfortabele rijervaring:
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
LDA (Lane Departure Alert)
Automat ...